Hoe een Nederlandse accountant in de nesten raakt bij een Vlaamse review

Zijn pand in het Belgische Maaseik werd door de gemeente aldaar ten onrechte als leegstaand bestempeld en hij moest een leegstandsbelasting betalen. De ‘fraude’ die hier achter zat, werd door Audit Vlaanderen niet ontdekt. De Nederlandse accountant die een externe evaluatie deed van deze auditdienst, moet zich nu voor de tuchtrechter verantwoorden.
De kwestie is van een aantal jaren geleden. Honderden woningen en bedrijfspanden in Maaseik werden ten onrechte bestempeld als leegstaand, meldden Vlaamse media jaren terug. De klager, zelf jarenlang in België woonachtig maar nu een Nederlandse accountant, tekende bij de Belgische rechtre met succes bezwaar aan tegen de leegstaande status van zijn huis. Hij kreeg de duizend euro terug die de gemeente ten onrechte in rekening had gebracht. “Maar veel ondernemers zijn eraan onderdoor gegaan”, zegt hij.
Pas via een tussenstap kwam deze woningbezitter met zijn klacht tegen de Nederlandse accountant die de Vlaamse auditdienst controleerde. De ernstige fout van de gemeente – de klager heeft het over fraude – is nooit door Audit Vlaanderen opgemerkt. Deze auditdienst controleert in opdracht van de Vlaamse regering gemeenten op naleving van wetgeving en procedures. Zo kwam er een forensisch onderzoek naar de situatie in Maaseik. En de kwaliteit van het werk van Audit Vlaanderen, is weer onder de loep genomen door een Nederlandse accountant.
Dit gebeurt elke vijf jaar. Nu deze accountant weet moet hebben van de fouten die door Audit Vlaanderen niet zijn opgemerkt, moet hij daar iets mee, vindt de klager.
De accountant die de Belgische auditdienst controleerde, legt uit dat hij externe evaluaties – die hij in zijn rapport een ‘quality assurance review’ noemt – doet bij diverse organisaties; van Philips, het Openbaar Ministerie tot de gemeente Amsterdam. Hij is ‘de frisse blik van buiten’ die bekijkt of de kwaliteitsbeheersingssystemen voldoen. De klachten van de klager komen voort uit een misverstand, zegt de accountant.
“Ik ben getroffen door de aard en ernst van deze beschuldigingen. Maar van een assurance-verklaring is geen sprake.” Hij zegt dat de klager zijn rapport vergelijkt met een goedkeurende verklaring van een accountant. Maar dat is het niet. “Deze zogenaamde verklaring heb ik niet heb afgegeven en ga ik niet intrekken. Dat kan niet eens.”
“Stel dat blijkt dat Audit Vlaanderen zich niet aan de standaard houdt, wordt van u dan verwacht om in te grijpen?” vraagt een van de leden van de Accountantskamer. Nee, antwoordt de accountant. “Er is geen enkele monitorende rol achteraf.”
Dat hij naast reviewer ook accountant is, en die rol wellicht andere verwachtingen wekt, is iets waarover hij gaat nadenken. Dat hij een certificering afgeeft, zoals de klager het noemt, betwist hij. “Ik geef gewoon middels een externe review een beeld.”
Begrijpt hij dat het gebruik van de term ‘assurance’ in zijn rapport verwarrend is? “Dat begrijp ik”, luidt het antwoord van de beklaagde accountant, “maar het is een review over de assurance die Audit Vlaanderen hanteert.”
De tuchtrechter doet over circa twaalf weken uitspraak.