Hilckmann en Slachthuis Nijmegen moeten transitievergoeding betalen

De bedrijven Hilckmann en Slachthuis Nijmegen zijn door Rechtbank Gelderland veroordeeld tot betaling van de wettelijke transitievergoeding aan hun ex-werknemers. Of de ex-werknemers ook aanspraak kunnen maken op een extra (zogenaamde billijke) vergoeding, hangt onder meer af van de vraag of de sluiting van de bedrijven terecht heeft plaatsgevonden. De bedrijven zullen moeten aantonen dat er een noodzaak tot bedrijfssluiting bestond.

Hilckmann en Slachthuis Nijmegen hebben hun bedrijfsactiviteiten in maart 2016 gestaakt, waarna beide bedrijven zijn gesloten. Al het personeel is, met toestemming van het UWV, ontslagen. De beslissing om de bedrijven te sluiten kwam nadat door de bedrijven eerder een overeenkomst was gesloten met de gemeente Nijmegen over verplaatsing naar Cuijk en nadat de gemeente 21 miljoen euro had betaald. Tussen de bedrijven en de gemeente zijn al meerdere juridische procedures gevoerd.

Transitievergoeding

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ex-werknemers op grond van de wet recht hebben op uitbetaling van de transitievergoeding. Dat is een financiële vergoeding bij ontslag. Hilckmann en Slachthuis Nijmegen kunnen daar niet onderuit komen door aan te voeren dat zij hierdoor mogelijk onrechtmatig handelen tegenover de gemeente. Dat probleem speelt tussen die partijen, maar daar hebben de werknemers niets mee te maken.

Billijke vergoeding

Een werkgever heeft in principe de vrijheid om zijn bedrijf te sluiten als dat nodig is. De kantonrechter toetst in een zaak als deze of er voldoende redenen waren om de bedrijven te sluiten. Omdat de ex-werknemers de aangevoerde redenen voor de sluiting hebben tegengesproken, zullen Hilckmann en Slachthuis Nijmegen de redenen die zij hebben aangevoerd voor de bedrijfssluiting moeten bewijzen. Zij moeten de kantonrechter op 13 januari 2017 laten weten op welke wijze zij dit bewijs willen leveren.

Gerelateerde artikelen