Herstelkader Rentederivaten blijkt onvoldoende dekkend
In de praktijk is deze volgens Jan Rietveld van Treasury-linQ echter onvoldoende dekkend. “De semipublieke sector valt buiten het Herstelkader, terwijl deze sector al in 2013 in de AFM Rapportage Rentederivaten is opgenomen tezamen met het MKB. De verwachting is dan ook dat er in de nabije toekomst ook voor deze sector naar een vorm van herstel gekeken zal worden.”
20.000 MKB’ers kochten in het verleden rentederivaten om hun renterisico af te dekken. Hierbij blijken echter fouten gemaakt. De autoriteiten hebben daarom in 2016 aangestuurd op compensatie, waaruit het Herstelkader Rentederivaten is ontstaan. Hierin staat hoe banken beoordelingen moeten uitvoeren en welke herstelacties nodig zijn om het MKB te compenseren. Maar hoe zit het met kleine en middelgrote organisaties uit de semipublieke sector?
Professionele tegenpartij van banken
Deze worden volgens de directeur van adviesbureau Treasury-linQ nu behandeld als professionele tegenpartij van banken. “Als organisaties een balanstotaal van boven de 20 miljoen en vastgoed van meer dan 10 miljoen in hun bezit hebben, dan vallen ze buiten het Herstelkader”, aldus Rietveld. “Dat is al snel zo in het geval van middelgrote en kleine woningbouwverenigingen, maar ook in het onderwijs en de zorg. Toch hebben ze vaak niet veel meer derivatenkennis dan MKB’ers.”
Zoals de AFM in 2013 al aangaf in haar Rapportage Rentederivaten: “Voor een groot deel van de instellingen binnen de publieke sector geldt dat zij op basis van hun omvang classificeren als professionele cliënt volgens de MiFID-criteria. Hierbij wordt verondersteld dat professionele cliënten over de nodige kennis en ervaring beschikken. In de praktijk is echter gebleken dat dit niet altijd het geval is.” Hierbij wordt de kans op aanschaf van niet-passende producten groter.
Rietveld legt uit waarom dat juist zo belangrijk is. “Het probleem met rentederivaten is dat ze zeer lastig te waarderen en transparant te maken zijn. Vaak zijn de derivaten verpakt in een lening, een zogenaamde gestructureerde lening, wat het nog ondoorzichtiger maakt. De gevolgen voor toekomstige rentelasten en herfinancieringsrisico zijn daarmee voor deze sector onduidelijk.”
In de praktijk ziet Rietveld dan ook dat veel semipublieke instellingen zitten opgescheept met een naar de toekomst risico verleggend product met vaak hele lange looptijden en producten die niet gericht zijn op het afdekken van het renterisico maar op speculatie (verlagen rentekosten door het aangaan van nieuwe risico’s) en bijstortverplichtingen. Ook dit is al in 2013 door de AFM onderkend”.
Zorg- en informatieplicht banken
Complexe en haast ondoordringbare materie die vraagt om goed inzicht. Maar hoe kunnen publieke instellingen dat inzicht verkrijgen? “Hun financiële afdelingen zijn vaak helemaal niet geëquipeerd om dit soort transacties goed in te zien”, aldus Rietveld. “Ik ben dan ook benieuwd wanneer de AFM de risico’s in deze sector in kaart gaat brengen.”