Henk Krol hoeft teruggevorderde subsidie Gay Krant niet zelf te betalen
In juli 2008 zegde de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een subsidie toe voor een project van SVGK. De besteding van de subsidie is verantwoord in het financieel verslag van de stichting dat door de accountant was goedgekeurd. Op basis daarvan werd de subsidie door de minister vastgesteld op een bedrag van 206.833 euro. Dat gebeurde in december 2012.
Accountant trekt goedkeurende verklaring in
Anderhalf jaar later, in juni 2014, trok de accountant echter zijn goedkeurende verklaring in. Aanleiding daarvoor was een controle door de Auditdienst Rijk (ADR) van het ministerie van Financiën. Hierdoor werd niet meer voldaan aan de subsidievoorwaarden met als gevolg dat de minister de uitbetaalde subsidie van de stichting terugvorderde.
De SVGK is inmiddels ontbonden. Volgens de drie voormalige bestuursleden van de stichting had Henk Krol, de oud-voorzitter van de stichting, die in februari 2013 was afgetreden, zijn taak als bestuurder niet goed vervuld. Hij zou het subsidiegeld voor privédoelen hebben gebruikt en voerde geen betrouwbare administratie. Zij vinden dat het aan hem te wijten is dat de subsidie moest worden terugbetaald. Om het bedrag op de oud-voorzitter te kunnen verhalen, stapten deze bestuursleden naar de rechter.
Niet op eigen naam
De eerste vordering, waarmee de voormalige bestuurders Krol aansprakelijk stellen voor onbehoorlijk bestuur, is door de bestuurders ingediend en niet door SVGK. Net als de rechtbank vindt het hof dat de bestuurders deze vordering niet op eigen naam kunnen indienen omdat die aan de stichting zelf toekomt. Dat SVGK inmiddels ontbonden is, maakt dat niet anders omdat de stichting blijft voortbestaan voor zover nodig is voor de vereffening. Om deze formele reden wijst ook het hof deze eerste vordering af.
Onduidelijkheid over reden intrekken subsidie
De voormalige bestuurders hebben nog een vordering ingediend. Daarin vragen zij, voor het geval dat de minister hen persoonlijk aansprakelijk stelt voor de terugbetaling van de subsidie, een verklaring dat zij dit op de voormalige voorzitter kunnen verhalen. Ook hierin volgt het hof de rechtbank en wijst deze vordering af.
De voormalige bestuurders hebben in het hoger beroep niet aannemelijk gemaakt dat de minister hen persoonlijk aansprakelijk zal stellen en wat de minister hen dan voor verwijten kan maken. Dan is ook niet te beoordelen of de voormalige voorzitter op zijn beurt hiervoor aansprakelijk is tegenover de voormalige bestuurders. Bovendien is er de nodige onduidelijkheid over de gang van zaken rondom de terugvordering van de subsidie. De oud-voorzitter is helemaal niet betrokken bij de controle door de ADR en bij de intrekking van de goedkeuring door de accountant. Dat is vreemd, omdat juist de oud-voorzitter van de hoed en de rand wist over de gang van zaken bij het subsidietraject. Ook wordt hem verweten dat de subsidie is doorbetaald aan een andere vennootschap. Maar het ministerie had hier geen bezwaar tegen en wist ook dat die vennootschap de deelprojecten zou uitvoeren. Vast staat ook dat een aantal daarvan is uitgevoerd.
Al met al is niet duidelijk of de subsidie is teruggevorderd vanwege de eventuele onbetrouwbare administratie en het verweten gebruik van de subsidie voor privédoelen. Het staat ook niet vast dat hier überhaupt sprake van was. Er kan daarom niet worden geoordeeld dat de eventuele schade van de voormalige bestuurders – het zelf moeten terugbetalen van de subsidie – komt door het handelen van de oud-voorzitter.
Lees ook: