Helft CFO’s wil wel CEO worden

Meer dan de helft (53%) van de Nederlandse CFO’s zou de positie van CEO accepteren als dit wordt aangeboden. Ook denkt 75% dat een achtergrond in finance en accounting de kans vergroot om benoemd te worden tot CEO. Dit blijkt uit onderzoek onder 200 Nederlandse CFO’s uitgevoerd in opdracht van Robert Half, arbeidsbemiddelaar op het gebied van financiële en administratieve professionals.

Uit eerder onderzoek van Robert Half in 2013 bleek al dat de CFO verwacht de beste kansen te hebben om promotie te maken naar CEO: 30% van de ondervraagde CFO’s ziet zichzelf namelijk als de grootste kansmaker op het overnemen van deze functie. Eén op de vijf denkt dan weer dat de CIO waarschijnlijk deze taak overneemt.

Evolutie
 
Volgens Stephan Renken, directeur Robert Half Nederland passen de ambitie en het vertrouwen van Nederlandse CFO’s in de evolutie die de functie de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. ‘Twintig jaar geleden werd de rol van de CFO veelal gelijkgesteld met die van de financieel verantwoordelijke die rapporteerde aan de algemeen directeur. Tegenwoordig speelt de CFO een steeds belangrijke rol bij de strategieontwikkeling en wordt er vaker verwacht dat hij tegenwicht biedt aan de CEO. Hij kan beschouwd worden als het ‘financiële geweten’ van het bedrijf. De functie van de CFO is in de afgelopen jaren dus steeds belangrijker en uitdagender geworden en wordt zodoende een steeds vanzelfsprekendere springplank naar CEO.’
 
Tevreden met huidige positie

Niet alle CFO’s hebben de ambitie om door te stromen naar de absolute top. De voornaamste redenen die door CFO’s worden aangegeven om de positie van CEO niet te accepteren zijn: tevredenheid met de huidige positie als CFO  (44%) en een te grote druk op de werk-privé balans (32%).
 
Welke redenen geven CFO’s voor het niet accepteren van de positie van CEO?

  • ‘Ik ben tevreden met mijn huidige positie’ (44%)
  • ‘Het lijkt me lastig om als CEO een goede werk-privé balans te hebben’ (32%)
  • ‘Ik heb te weinig/geen ervaring’ (30%)
  • ‘Ik ben niet zo ambitieus’ (24%)
  • ‘Ik heb er de vaardigheden niet voor’ (24%)
  • ‘Ik vind het te veel verantwoordelijkheid’ (14%)
  • ‘Ik heb niet het juiste netwerk’ (11%)
Gerelateerde artikelen