Harde Brexit slechtste optie voor bedrijfsleven
Lees ook: Wat is het verschil tussen harde en zachte Brexit?
Een verlengde transitieperiode zou na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie voor Nederlandse bedrijven de meest ideale uitkomst zijn. "Op deze manier blijft de handel frictieloos en kunnen vrachtwagens zonder aangiftes, keuringen, heffingen en controles doorrijden bij aankomst in de haven", zegt Leon Kanters, Brexit-expert bij KPMG Meijburg & Co. Kanters: "Voor Nederlandse bedrijven is het dus het minst ongunstig als de transitieperiode zo lang mogelijk verlengd wordt en dat dit de nieuwe status quo wordt. De kans daarop bestaat, maar is zeker niet vanzelfsprekend. Voor de Britten betekent dit immers dat ze moeten blijven betalen aan de Europese Unie, dat zij geen inspraak hebben bij de besluitvorming en geen eigen handelsakkoorden mogen sluiten met andere landen. Ook het onderhandelingsteam van de EU heeft inmiddels kenbaar gemaakt dat het hier niet om staat te springen."
Backstop scenario gaat pijn doen
Als de overeenkomst wordt goedgekeurd door het Britse én het Europees parlement, vormt de scheidingsovereenkomst het toekomstige pad voor Nederlandse ondernemingen. Kanters: "Dat betekent dat er de komende twee jaar voor bedrijven niet heel veel verandert. Een alternatief scenario is dat er geen vrijhandelsakkoord wordt bereikt, dat de transitieperiode afloopt en dat de verhouding tussen het VK en de EU terugvalt op de in de scheidingsovereenkomst afgesproken backstop. In dit scenario staat handel met het VK voor wat betreft producten gelijk aan de handel met een ‘derde’ buitenland. Aan de grens vinden dan gewoon import- en exportformaliteiten plaats, worden veiligheidscontrole uitgevoerd en zijn controles op het gebied van dieren en voeding noodzakelijk. Nederlandse bedrijven moeten dan rekening houden met extra vertragingen aan de grens. Dat kan ondernemingen flink pijn doen als zij onderdeel zijn van een just-in-time toeleverketen."
Vrijhandelsakkoord denkbaar
Een andere denkbare optie is dat na de reguliere transitieperiode een vrijhandelsakkoord wordt gesloten tussen het VK en de EU. Kanters: "In het algemeen is het zo dat vrijhandelsakkoorden een minder geïntegreerde samenwerking zijn dan het lidmaatschap van een douane-unie. Zo kunnen spelers elkaar importheffingen opleggen wanneer de goederen niet voldoen aan de overeengekomen oorsprongsregels. Bovendien kunnen de zelfstandig gesloten vrijhandelsakkoorden met andere landen extra ingewikkeld uitpakken wanneer er geen diagonale cumulatie tot stand komt, het erkennen van elkaars oorsprong. De kosten zijn dan dus potentieel hoger dan in het geval van een douane-unie. Daar staat tegenover dat toegang tot diensten wellicht geregeld wordt."
Harde Brexit slechtste optie
In het extreme geval kan het zo zijn dat de scheidingsovereenkomst door geen van beide parlementen komt. Kanters: "Premier May lijkt geen meerderheid voor de scheidingsovereenkomst te hebben in het parlement en de leiders van de EU hebben als schot voor de boeg aangegeven niet opnieuw te willen onderhandelen. Een harde Brexit zonder scheidingsovereenkomst is dus niet uit te sluiten. Dit is het slechtst denkbare scenario en heeft grote economische consequenties. Voedsel- en medicijntekorten in het VK kunnen het gevolg zijn. En vliegtuigen moeten aan de grond blijven omdat de Britse luchthavens en piloten niet erkend worden als onderdeel van luchtvaartverdragen. En bij de grote grensovergangen in de EU en het VK gaan oneindig lange files ontstaan."