Handelsverdrag tussen Canada en Europese Unie stap dichterbij
Het CETA-verdrag moet de handel tussen de wereldblokken een impuls geven en maakt na de inwerkingtreding in zeven jaar geleidelijk een einde aan bijna alle importheffingen. Dat zou de Europese exportsector jaarlijks een half miljard euro schelen. Voor Europese bedrijven wordt het veel makkelijker mee te dingen naar Canadese overheidsopdrachten. Voor Nederland betekent dit naar schatting een toename van de handel van 600 miljoen tot 1,2 miljard euro per jaar, becijferde Den Haag.
Als er een conflict is, wordt dat beslecht door een onafhankelijk investeringstribunaal, dat volgens EU-commissaris Cecilia Malmström (Handel) zeer transparant is. Ook bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan. Daarmee is afscheid genomen van het omstreden ISDS-arbitragesysteem, dat volgens critici een vorm van ‘geheime’ rechtspraak is die Europese belangen kan ondermijnen.
De Europese standaarden op het gebied van voedsel- en productveiligheid blijven in stand, beloofde de commissaris verder. Consumenten krijgen volgens haar meer keuze en hoeven potentieel ook minder te betalen voor producten. Het wordt daarnaast simpeler voor bedrijven personeel tijdelijk te detacheren in Canada of de EU.
De lidstaten en het Europees Parlement moeten nog een oordeel geven. Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel) spreekt over een heel goed resultaat. Nederland heeft zich samen met andere lidstaten ingezet voor een eerlijker en transparanter mechanisme van investeringsbescherming. Er zijn waarborgen voor de vrijheid van lidstaten om hun eigen regels vast te stellen of aan te passen. De tekst lijkt alle voor Nederland belangrijke zorgpunten weg te nemen, stelt Ploumen.
SP-Europarlementariër Anne-Marie Mineur spreekt van een ietwat ‘gebotoxte’ versie van ISDS. “Het blijft een aparte rechtsgang voor buitenlandse investeerders. Die kunnen regeringen voor de rechter slepen, en bedragen van honderden miljarden claimen op kosten van de belastingbetaler.”
(ANP)