Groener’ landbouwbeleid ondanks scepsis door Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft met royale meerderheid ingestemd met het nieuwe EU-landbouwbeleid vanaf 2023, dat groener, eerlijker en transparanter beoogt te zijn. De meningen over de gevolgen zijn verdeeld. Er zijn zowel zorgen over de boereninkomens als het behalen van de afgesproken klimaatdoelen.

Over het landbouwbeleid, goed voor een derde van de EU-begroting, is drie jaar hard gestreden. De landbouw, goed voor ruim 10 procent van de Europese CO2-uitstoot, zou voor het eerst moeten helpen de klimaatverandering te beperken. Terwijl melk, vlees en andere boerenwaar weinig opbrengt en sommige boeren maar net kunnen rondkomen.

De druk werd nog groter toen de EU in de tussentijd haar klimaatplannen en -doelen aanscherpte. De onderhandelaars stonden voor de zware taak de oude landbouwplannen met die Green Deal in overeenstemming te brengen.

De Europese inkomenssteun voor boeren wordt voor minstens 20 en later 25 procent afhankelijk van hoe duurzaam zij te werk gaan. Lidstaten mogen zelf kiezen of ze met deze zogeheten eco-regelingen bijvoorbeeld biologische, precisie- of boslandbouw willen aanmoedigen.

Ook aan de bulk van de subsidies worden strengere eisen gesteld. Zo moeten boeren meer van hun grond braak laten liggen. Dat helpt het klimaat, maar ook het verlies van planten- en diersoorten tegen te gaan.

Kleinere boeren kunnen straks rekenen op een grotere portie van de subsidies. In landen als Frankrijk strijken grote landbouwbaronnen nu nog het leeuwendeel op, terwijl kleine familiebedrijven het moeilijk hebben. Verder wordt er strenger op toegezien dat landbouwpersoneel veilig kan werken.

Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA) noemt het akkoord "misschien wel de belangrijkste hervorming sinds 1992". Boeren kunnen voortaan deelnemen aan vrijwillige ecoregelingen als stimulans om sneller te verduurzamen. Hiervoor wordt ten minste 25 procent van de begroting voor directe betalingen aan boeren gereserveerd. Maar, waarschuwt ze, "de uitvoering van de duurzaamheidseisen voor de inkomenssteun zal een hele uitdaging worden voor Nederlandse boeren en tuinders."

Bijna de helft van de Nederlandse melkveehouders en een groot deel van de akkerbouwers zouden zonder GLB-subsidies een negatief inkomen hebben, betoogt ze. "Ons EU-akkoord biedt noodzakelijke financiële zekerheid en toekomstperspectief. Het is aan de lidstaten hiermee verantwoord om te gaan in hun nationale strategische plannen en het verdienmodel te versterken."

Volgens de fractie van sociaaldemocraten (S&D) is een "eerlijke balans bereikt tussen de sociale, milieu- en economische aspecten" van landbouwbeleid. "Het ultieme doel blijft de productiviteit te vergroten om voedselzekerheid, boereninkomens en de versterking van plattelandsgebieden te garanderen", zegt Europoliticus Paolo De Castro.

GroenLinkser Bas Eickhout vindt echter dat het parlement nu heeft ingestemd met "schadelijk landbouwbeleid." "Er gaat onvoldoende geld naar vergroening, de voorwaarden zijn boterzacht en nog steeds werken de plannen schaalvergroting in de hand." De lidstaten willen zo min mogelijk milieuregels en in het parlement wordt het geld door velen vooral gezien als boerengeld, in plaats van belastinggeld. "Dus bleef een stevige hervorming uit", zegt hij.

De Partij voor de Dieren vindt het nieuwe GLB desastreus. "Dit beleid zal de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis en de dierenwelzijnscrisis niet oplossen, maar juist verder aanwakkeren", meent Europarlementariër Anja Hazekamp. Volgens haar leiden de landbouwsubsidies tot meer megastallen, meer landbouwgif en meer vervuiling. Ook is ze teleurgesteld dat het verbod op subsidies voor stierengevechten, zoals het parlement had geëist, is geschrapt uit het landbouwplan.