Goed onderzoek accountant ‘had berisping in Zaak-Vannel voorkomen’

Het onderzoek naar het faillissement van bouwbedrijf Vannel en aanverwante bedrijven door een accountant is onbehoorlijk en vol foute conclusies. Dat betoogde een accountantskantoor vrijdag voor de Accountantskamer.

Het faillissement van Vannel en aanverwante bedrijven uit Eindhoven begin 2012 leidde al enkele malen tot zittingen bij de tuchtrechter. Ook nu weer boog de Accountantskamer zich over een klacht die voortkomt uit dit faillissement. Klager is een accountantskantoor waarvan de naamgever al is berispt wegens het opjutten van crediteuren van het bouwbedrijf. Had de accountant die zich vrijdag moest verweren zijn werk goed gedaan, dan had de tuchtrechter nooit die berisping uitgesproken, zo meende de klager. De betrokken accountant onderzocht in opdracht van de curator het faillissement.
 
Na uitbrengen van het rapport van de onderzoeker concludeerde de curator dat van onbehoorlijk bestuur bij het bouwbedrijf geen sprake was. Juist dit is pertinent onjuist, betoogde de klager. In een lang betoog fileerde het accountantskantoor het rapport, de conclusies die de curator trof en de werkwijze binnen Vannel voorafgaande het faillissement. Zijn voornaamste conclusie: er was binnen het bedrijf sprake van onbehoorlijk bestuur. Het steekt de klager dat de beklaagde dat niet gewoon erkent.

De raadsvrouw haalde het uitvoerige betoog van de klager met een kort verweer onderuit. De klager wil dat een van de bestuurders persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld in het faillissement en meent dat de onderzoeker een onderzoek had moeten instellen naar wanbestuur. Dit valt echter ver buiten de opdracht die hij had gekregen. ‘Hem was niet gevraagd een opinie af te geven met betrekking tot de vraag of eventueel bestuurdersaansprakelijkheid aan de orde zou zijn.’’ De betrokken onderzoeker zelf legde aan het eind van de zitting uit wat wel de oorzaak van het faillissement was. Het bouwbedrijf maakte in 2011 fouten in de voorbereiding en uitvoering van opdrachten ‘waardoor de resultaten dramatisch negatief waren’. Omdat de orderportefeuille dat jaar niet groeide, was een faillissement onafwendbaar geworden. Van onbehoorlijk bestuur is hem niets gebleken.

Vonnis over 10-15 weken.

(Door: Michiel Satink/JPZ)

Gerelateerde artikelen