Gewijzigde oldtimervrijstelling; terechte naheffing MRB
Aan de man is een naheffingsaanslag MRB met verzuimboete opgelegd omdat op 13 augustus 2014 met de Porsche gebruik is gemaakt van de openbare weg in Laren.
Tevens is aan hem een naheffingsaanslag MRB opgelegd voor een Mercedes uit 1986. De man is vanaf 31 januari 2014 houder van de Mercedes. De Porsche en Mercedes rijden op LPG.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verwerpt alle stellingen van de oldtimerbezitter met betrekking tot de naheffing van MRB. Het oordeelt onder meer dat de wijziging van de oldtimerregeling niet strijdig is met het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel en dat de wetswijziging noch de overgangsregeling in strijd zijn met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Van een individuele buitensporige last is voorts geen sprake.
Dat de overgangsregeling alleen wordt toegepast op auto’s die rijden op benzine en dat ten onrechte geen onderscheid wordt gemaakt tussen hobbymatige oldtimerbezitters en bezitters van oldtimers die daarvan dagelijks gebruik maken, levert geen strijd op met artikel 14 EVRM en artikel 1 Twaalfde Protocol (het gelijkheidsbeginsel).
Voor zover de man betoogt dat de naheffingsaanslag voor de Porsche te hoog is, omdat hij slechts één dag met de Porsche gebruik heeft gemaakt van de weg, faalt dit betoog. Het is wel reden voor het Hof om de opgelegde verzuimboete te matigen. Een boete van 100% (in casu € 1.133) acht het Hof onevenredig hoog. Het Hof laat hierbij meewegen dat de eigenaar van de oldtimer onweersproken heeft gesteld dat hij slechts kort gebruik van de Porsche heeft gemaakt om verval van die auto door langdurige stilstand te voorkomen en dat met de Porsche, behalve op 13 augustus 2014, in de gehele periode waarin deze geschorst is geweest, geen gebruik is gemaakt van de openbare weg.
Het Hof acht in dit geval een boete van € 250 passend en geboden voor het begane verzuim.
(Bron: Fiscanet)