Gewijzigd besluit over cafetariaregelingen

Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft het besluit over de cafetariaregelingen gewijzigd. Het betreft hier redactionele wijzigingen die onder meer samenhangen met de omstandigheid dat het niet meer mogelijk is de werkkostenregeling nog niet toe te passen.

olgens Wiebes bestaat in de uitvoeringspraktijk van de loonheffingen behoefte aan verduidelijking van de wetstoepassing bij cafetariaregelingen. Dit zijn regelingen op grond waarvan een werknemer de vorm van zijn beloning kan kiezen. Uit het grote aantal vragen aan de Belastingdienst over de fiscale gevolgen van een dergelijke ruil blijkt grote behoefte aan rechtszekerheid te bestaan. In het belang van de rechtszekerheid, ter verduidelijking en ter bevordering van een uniforme behandeling voor de loonheffingen zet Wiebes het beleid op dit gebied uiteen.

In onderdeel 2 van dit besluit is hiertoe een algemeen toetsingskader geschetst voor aan werknemers geboden keuzes van arbeidsvoorwaarden of beloningsbestanddelen. Hierbij staat centraal de beoordeling van de realiteitswaarde van dergelijke keuzes. Onderdeel 3 bevat een aantal voorbeelden van situaties waarin een ruil al dan niet de door betrokkenen beoogde gevolgen voor de loonheffingen heeft. Verder bevat onderdeel 3 een opsomming van de elementen die een werkgever in een cafetariaregeling en in een aanvulling op de arbeidsovereenkomst kan opnemen.
 
Dit besluit is een algemeen kader voor de toetsing van wijzigingen van beloningen en met name van cafetariaregelingen. Het kan, gelet op het aantal en de diversiteit van de denkbare situaties, geen uitsluitsel bieden voor de rechtstoepassing in elk concreet geval. Hierom is het raadzaam een voorgenomen wijziging van de beloning vooraf aan de Belastingdienst voor te leggen voor uitsluitsel over de gevolgen voor de loonheffingen.

De wijzigingen ten opzichte van het voorgaande besluit van 28 januari 2011, nr. DGB 2011/1M, zijn redactioneel en hangen onder meer samen met de omstandigheid dat het niet meer mogelijk is de werkkostenregeling nog niet toe te passen. Het betreft met name de onderdelen 2.1, 2.3 en 3. In onderdeel 2.3 is de verwijzing naar oudere jurisprudentie vervallen omdat dit geen toegevoegde waarde meer heeft.

 BLKB 2016/765M

Gerelateerde artikelen