Gesplitste woonboerderij is voor 70 procent eigen woning

Een particulier stelt dat van een onroerende zaak ongeveer 90 procent als eigen woning dient te worden aangemerkt. Volgens de belastinginspecteur is dat 70 procent. Rechtbank Den Haag oordeelt hierover.

Een particulier is in de jaren 2008 tot en met 2010 eigenaar van een (gesplitste) woonboerderij met aanhorigheden. Een deel van de onroerende zaak wordt verhuurd aan een stichting.  De particulier heeft de onroerende zaak in de aangiften over voornoemde jaren voor 100 procent aangemerkt als eigen woning in de zin van artikel 3.111, lid 1, Wet IB 2001. Na een onderzoek bij de stichting merkt de belastinginspecteur de onroerende zaak voor 70 procent aan als eigen woning en voor 30 procent als box 3- vermogen. Hij heeft naar aanleiding daarvan met navorderingsaanslagen inkomenscorrecties aangebracht.

De particulier stelt in deze procedure dat van de onroerende zaak ongeveer 90 procent als eigen woning dient te worden aangemerkt. Rechtbank Den Haag volgt de particulier niet in zijn stelling. Zij acht hierbij mede de afzonderlijke WOZ-waarden van delen van de onroerende zaak van belang. De navorderingsaanslagen zijn volgens de rechtbank niet te hoog vastgesteld.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen