Gerechtshof oordeelt over winst uit onderneming en urencriterium

Vormen negatieve resultaten winst uit onderneming? Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich hierover uitgesproken.

Een particulier is in 2010 fulltime in loondienst werkzaam. Daarnaast is zij in juni 2010 gestart met activiteiten onder twee namen. De activiteiten bestaan uit de verkoop van kaarsen en huidverzorgingsproducten via internet. Zij heeft daartoe een webshop op internet ingericht. De behaalde resultaten zijn in de jaren 2010, 2011 en 2012 negatief.

De belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2010 een negatief resultaat van € 19.414 in mindering gebracht op het inkomen. De belastinginspecteur acht geen sprake van een bron van inkomen. Rechtbank Gelderland was het hiermee eens.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden acht door de belanghebbende, gelet op haar professionele aanpak, aannemelijk gemaakt dat met betrekking tot de activiteiten in 2010 sprake was van een objectieve voordeelverwachting. Het gerechtshof neemt hierbij in aanmerking dat de verkoop in een aantal landen goed loopt en dat zij eind 2010 het exclusieve recht heeft verkregen om bepaalde producten in het Verenigd Koninkrijk te verkopen. De omstandigheid dat het uiteindelijk niet is gelukt om met haar huidverzorgingsproducten een positie op de Britse markt te verwerven en zelfs haar activiteiten op die markt heeft moeten beëindigen, doet daaraan niet af. 

De (negatieve) resultaten die de belanghebbende in 2010 heeft behaald vormen winst uit onderneming. Dit betekent overigens niet dat daardoor ‘automatisch’ ook in de jaren na 2010 sprake is van winst uit onderneming, aldus het gerechtshof.

Dat de belanghebbende in 2010 naast een voltijds dienstbetrekking meer dan 1.225 uren heeft besteed aan de onderneming, maakt zij niet aannemelijk. Zij heeft dan ook geen recht op de (verhoogde) zelfstandigenaftrek als bedoeld in artikel 3.76 Wet IB 2001.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen