Gemiddelde pensioenleeftijd op 65 jaar
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stoppen mensen de laatste jaren steeds later met werken, wat samenhangt met de wetswijzigingen om werknemers te stimuleren langer aan de slag te blijven. Het gemiddelde ligt nu voor het eerst sinds jaren boven de 65. Van het begin van deze eeuw tot en met 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers nog rond 61 jaar. Daarna is de lijn in de grafiek vrijwel onafgebroken omhooggekropen. Door de bank genomen gingen Nederlanders in 2018 bijna vijf maanden later met pensioen dan een jaar eerder. Steeds minder mensen kiezen ervoor om al voor hun 65e verjaardag met pensioen te gaan, blijkt uit de cijfers. Ook het feit dat de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 geleidelijk is verhoogd, speelt een rol. Vorig jaar kregen personen vanaf 66 jaar een AOW-uitkering.
Volgens een woordvoerder van het CBS valt niet te zeggen in welk jaar hiervoor de gemiddelde pensioenleeftijd voor het laatst op 65 jaar uitkwam. De statistiek hierover gaat maar terug tot het begin van deze eeuw. Ruim honderd jaar geleden was het volgens de zegsman nog heel gebruikelijk dat mensen tot op hoge leeftijd doorwerkten. Overigens stijgt de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel. De Tweede Kamer stemde in juni in met een voorstel daarover uit het pensioenakkoord. De AOW-leeftijd wordt tot 2022 bevroren op 66 jaar en vier maanden. Daarna loopt deze wel weer op, maar een stuk trager dan eerder gepland. De tragere stijging was een vurige wens van de vakbonden in de onderhandelingen met werkgevers en kabinet.
[avg-advertorial slug=”groei-van-financieel-vakman-naar-strategisch-partner”]
(bron: CBS)