Gemeentelijke woonlasten houden WOZ-waarde niet bij

Gemeentelijke woonlasten stegen vorig jaar met gemiddeld 3,7 procent.

De WOZ-waarde van woningen is dit jaar gemiddeld met zeventien procent gestegen. Dat stelt Vereniging Eigen Huis (VEH) na onderzoek in alle 342 gemeenten van Nederland. De gemeentelijke woonlasten stegen veel minder hard, met gemiddeld 3,7 procent. Dat is veel lager dan de inflatie die vorig jaar tien procent bedroeg.

Dat de WOZ-waarde hard steeg, is niet verwonderlijk. Die peilwaarde van een woning stijgt mee met de huizenprijzen, maar ligt haast een jaar achter. De recente prijsdalingen zijn daardoor nog niet zichtbaar in de WOZ-waarde. Die waarde wordt gebruikt als basis waarover bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting (ozb) wordt geheven.

Maar het tarief van die belasting ging ook omhoog en steeg van alle gemeentelijke woonlasten het hardst, met 5,1 procent. In 50 gemeenten steeg de ozb-aanslag zelfs met meer dan tien procent, met Alblasserdam als uitschieter. Daar zijn huiseigenaren een derde meer kwijt aan de ozb. De Friese gemeente Achtkarspelen was van de 37 gemeenten met een lagere ozb-aanslag het goedkoopst. Daar is de aanslag elf procent lager.

Andere woonlasten gaan ook omhoog. De afvalstoffenheffing gaat gemiddeld met drie procent omhoog, de rioolheffing in doorsnee met 2,9 procent.

In 24 gemeenten gaan de totale woonlasten met meer dan tien procent omhoog, met Den Haag (plus negentien procent) als uitschieter. Een Haags huishouden is daardoor gemiddeld 130 euro meer kwijt, berekende VEH. In 44 gemeenten gaan de totale woonlasten omlaag. Doetinchemse huishoudens zijn gemiddeld 80 euro minder kwijt, wat neerkomt op een daling van negen procent.

 

Gerelateerde artikelen