‘Geen verbeterde verslaggeving over bestuurdersbeloningen bij beursfondsen’
Als aanvulling op haar generiek toezicht formuleert de AFM periodiek speerpunten waarop zij Nederlandse beursfondsen intensiever gaat controleren. Een belangrijk speerpunt van de afgelopen jaren was de naleving van verslaggevingsregels ten aanzien van de beloning van bestuurders. Jacolien de Lange, student Accountancy aan Windesheim, onderzocht in hoeverre beursgenoteerde bedrijven in 2013 en 2014 hun verslaggeving over bestuurdersbeloningen hebben verbeterd na de aankondiging van de AFM om hierop strenger te controleren.
Uit haar onderzoek, waarbij alle bedrijven in de AEX en Smallcap onder de loep zijn genomen, blijkt dat de beursfondsen zich weinig hebben aangetrokken van het verscherpte toezicht van de AFM. De verantwoording van op aandelen gebaseerde bestuurdersbeloning is bij geen van de beursfondsen verbeterd. Bij zeven van de vijftig bedrijven is deze zelfs ondermaats. De verslagleggingsregels ten aanzien van de crisisheffing – onderdeel van het beloningsbeleid – worden slechts door twee derde van de fondsen nageleefd. ‘De aangekondigde AFM-aandacht blijkt geen disciplinerende werking te hebben gehad’, stelt lector Peter Epe op basis van het onderzoek vast.
Bij beloning in de vorm van bonussen verlangt de AFM dat beursfondsen niet alleen de bonuskwalificatiecriteria vastleggen, maar ook dat zij bij uitkering hiervan vermelden in hoeverre aan deze criteria is voldaan. Een derde van de fondsen omschrijft de kwalificatiecriteria onvolledig, de helft van de bedrijven verzuimt te vermelden of aan de bonuskwalificatiecriteria is voldaan. Opvallend is dat smallcapfondsen de bonusverantwoording minder goed op orde hebben dan AEX-fondsen.