Geen bankiersloon terug bij staatssteun
De maatregel strookt niet met Europese en nationale wetgeving en met rechtsprincipes als het recht van eigendom. Dat concludeert minister Wopke Hoekstra (Financiën) na advies van onder anderen de Raad van State.
Als een bank voor kapitaalsteun moet aankloppen bij de overheid, heeft dat wel gevolgen voor de salarissen van bestuurders vanaf dat moment. Bestaande Europese regels schrijven voor dat zolang staatssteun wordt verleend, bestuurders maximaal tien keer zoveel mogen verdienen als hun gemiddelde werknemer, en maximaal vijftien keer zoveel als het gemiddelde loon in het land waar de bank vandaan komt.
Hoekstra blijft vooralsnog wel bij zijn voornemen om een wettelijke verplichting in te voeren voor bankiers om aandelen die zij als vaste beloning ontvangen, minstens vijf jaar in hun bezit te houden. Daarnaast wil hij het moeilijker maken voor financiële instellingen om af te wijken van het bonusplafond dat geldt voor medewerkers die niet onder de cao vallen. De maximale bonus bedraagt nu 20 procent van het vaste salaris.
Banken krijgen verder te maken met een wettelijke verplichting om uit te leggen hoe de beloningen aan de top zich verhouden tot het belang van de onderneming voor de samenleving. Over bankierssalarissen was vorig jaar veel te doen, onder meer door een plan van ING om de vaste beloning voor topman Ralph Hamers flink te verhogen. Pas na zware maatschappelijke en politieke druk trok de bank dat voorstel in.
Een groot deel van de oppositie wilde een stap verder gaan en de minister van Financiën een beslissende stem geven over loonsverhogingen van bestuurders bij grote banken. Maar dat voorstel ging Hoekstra en de coalitiepartijen in de Tweede Kamer te ver.