Geen aftrek voor niet verplicht studiemateriaal

30 juni 2017

Volgens Rechtbank Den Haag was het terecht dat de Inspecteur van de Belastingdienst in aftrek gebrachte studiekosten, omschreven als Editie Cremers losbladig en Ars Aequi, niet heeft geaccepteerd.

Eiser heeft in zijn aangifte IB/PVV 2013 een bedrag van € 7.607 ter zake van studiekosten van de partner in aftrek gebracht. De partner van eiser volgde in 2013 een opleiding sociaal juridische dienstverlening aan de Hogeschool InHolland. De Inspecteur heeft de aftrek voor studiemateriaal omschreven als Editie Cremers losbladig en Ars Aequi (€ 5.592) niet geaccepteerd.

Dat acht Rechtbank Den Haag terecht. Het betreft geen verplichte literatuur. De Rechtbank verwerpt het standpunt van eiser dat sprake is van strijd met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM. De wetgever heeft bij zijn keuze om door de onderwijsinstelling verplicht gestelde leermiddelen in aftrek te brengen als scholingsuitgaven, belang gehecht aan de conflictgevoeligheid van aftrekposten met een gemengd karakter en de daardoor opgeroepen uitvoeringsproblemen. Er is gekozen voor een eenvoudig toe te passen aftrekpost. Deze keuze van de wetgever is niet evident van iedere redelijke grond ontbloot en dient derhalve te worden geëerbiedigd. Voorts is niet gebleken dat sprake is van een individuele en buitensporige last voor eiser.

Eiser kan volgens de Rechtbank geen rechtstreeks beroep doen op artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESC) omdat die bepaling geen rechtstreekse werking heeft.