Geen aftrek van scholingsuitgaven voor nog niet werkzame verkeersvlieger

07 oktober 2016

Een verkeersvlieger die in 2011 haar vliegbrevet behaalde, maar in 2013 nog niet werkzaam was als verkeersvlieger, had in dat jaar geen recht op aftrek van scholingsuitgaven, zo heeft Rechtbank Gelderland geoordeeld.

Een vrouw heeft in 2011 haar vliegbrevet gehaald, de zogenoemde frozen ATPL. Ze was in 2013 nog niet werkzaam als verkeersvlieger. In de aangifte IB/PVV 2013 heeft zij aftrek van studiekosten en andere scholingsuitgaven geclaimd. De kostenaftrek is grotendeels niet door de Inspecteur aanvaard.

Rechtbank Gelderland verwerpt het standpunt van de vrouw dat de opleiding tot verkeersvlieger in fiscale zin pas is afgerond, zodra zij zowel de in 2011 behaalde frozen ATPL, als de nog te verwerven typerating (toestelspecifieke kwalificatie) heeft behaald. Van de onderhavige uitgaven kan daarom niet worden gezegd dat die zijn gedaan in het kader van dat – al afgeronde – leertraject.

Dat de uitgaven zijn gedaan in het kader van een nieuw leertraject is volgens de Rechtbank niet aannemelijk gemaakt. Dat de vrouw de uitgaven (jaarlijks) heeft moeten doen om haar brevet en het uitzicht op een baan als verkeersvlieger te behouden, is hiervoor onvoldoende.
Ook het enkele feit dat de trainingen en/of cursussen onder toezicht van een gecertificeerd instituut en/of trainer zijn gevolgd, maakt niet dat sprake is van een (nieuw) leertraject.
De kosten zijn terecht niet in aftrek toegelaten.