Geen afdrachtvermindering Wva omdat geen sprake was van beroepspraktijkvorming
Een bv verricht activiteiten op facilitair gebied voor andere vennootschappen en ondernemingen, waarmee zij al dan niet in een groep is verbonden. De bv heeft afdrachtvermindering in het kader van de Wva toegepast in haar aangiften loonheffing voor de jaren 2008 tot en met 2011 voor kantoorpersoneel dat was ingeschreven voor de opleiding ‘Sociaal juridisch medewerker arbeidsvoorziening en personeelswerk’.
De belastinginspecteur stelt dat de bv geen recht heeft op de afdrachtvermindering en heeft de daarmee bespaarde loonheffing bij de bv nageheven.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat in één of meer, laat staan in alle gevallen sprake is geweest van beroepspraktijkvorming waarvoor de bv terecht de afdrachtvermindering in het kader van de Wva heeft toegepast.
De bv heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van schending van de meerderheidsregel door de belastinginspecteur. Het alleen noemen van vijf namen van andere (uitzend)bedrijven die ook het betreffende onderwijstraject gebruikten is onvoldoende nu daaruit niet kan worden opgemaakt dat deze bedrijven de beroepspraktijkvorming feitelijk op vergelijkbare wijze als de bv inhoud hebben gegeven.
De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd.
(Bron: Fiscanet)