Gedupeerde Ahold beleggers dagen oud topman Roger Dassen en twee andere Deloitte accountants [14/275]
Wierp accountantskantoor Deloitte bewust een rookgordijn op om te voorkomen dat gedupeerde beleggers van de Ahold-affaire een claim tegen ze in kon dienen? Volgens het kantoor is daar zeker geen sprake van geweest, betoogde haar raadsman maandag bij de Accountantskamer
De tuchtrechter boog zich al eerder over dezelfde klacht, toen in gediend door de VEB (Vereniging van Effectenbezitters). Die klacht jegens drie registeraccountants werd destijds niet-ontvankelijk verklaard vanwege verjaring. Beleggers besloten nu zelf bestuursvoorzitter Roger Dassen en twee vennoten van Deloitte te dagen. De aandeelhouders zijn gedupeerd door de boekhoudaffaire bij Ahold uit 2003. Het supermarktconcern spiegelde resultaten veel te hoog voor. Twee jaar later schikte Ahold met beleggers wereldwijd voor een bedrag van 1,1 miljard dollar. Gedupeerden van het schandaal wilden de accountants van Deloitte medeaansprakelijk stellen voor vele honderden miljoenen euro’s aan schade. De termijn om dat te doen dreigde echter in februari 2008 te verjaren. VEB trad in overleg met Deloitte: de beleggers wilden extra tijd winnen en het accountantskantoor zag hierin de mogelijkheid een eventuele vordering van hen op het kantoor uit de pers te houden.
De negen beleggers betoogden dat Deloitte middels een valstrik onder haar verantwoordelijkheid poogde uit te komen. De vordering lag op de maatschap Deloitte. Het bedrijf ging echter in 2004 in een BV over. Volgens klagers was het accountantskantoor bewust onduidelijk of de vordering bij de maatschap was achtergebleven dan wel in de nieuwe BV was meegegaan. De bewuste accountants moeten geweten hebben dat de vordering bij de maatschap was achtergebleven. Toch ondertekende Dassen de overeenkomst met de VEB op briefpapier van de BV. Dit alles ,,had enkel als doel de VEB te misleiden en zo aansprakelijkheid te ontlopen. De beklaagden hebben bewust de verkeerde entiteit gebruikt en dus is een fikse tuchtrechtelijke maatregel op zijn plaats.
”De advocaat van Deloitte refereerde in zijn verweer aan een vonnis van 26 juni 2013 van de civiele rechter in Amsterdam. Toen stonden beide partijen ook al tegenover elkaar. Volgens de rechter diende Deloitte zich te onthouden van het bewust verstrekken van onjuiste informatie. ,,Gesteld noch gebleken is echter dat zij zich daaraan schuldig heeft gemaakt”, citeerde de raadsman. Ook hadden de beleggers prima kunnen weten dat de schuld nog bij de maatschap lag. Als de BV de schuld had willen overnemen had van de beleggers toestemming gevraagd moeten worden. En dat is nooit gebeurd.
Vonnis
Oud-topman van Deloitte Roger Dassen heeft van de Accountantskamer een waarschuwing opgelegd gekregen in de zaak van gedupeerde belegger in de Ahold-affaire. Dat maakte de tuchtrechter maandag bekend.
Dassen en twee andere accountants van Deloitte werden in mei door negen beleggers gedaagd. De aandeelhouders zijn gedupeerd door de boekhoudaffaire bij Ahold uit 2003. Het supermarktconcern spiegelde resultaten veel te hoog voor. Twee jaar later schikte Ahold met beleggers wereldwijd voor een bedrag van 1,1 miljard dollar. Gedupeerden van het schandaal wilden de accountants van Deloitte medeaansprakelijk stellen voor vele honderden miljoenen euro’s aan schade. De termijn om dat te doen dreigde echter in februari 2008 te verjaren. VEB trad in overleg met Deloitte: de beleggers wilden extra tijd winnen en het accountantskantoor zag hierin de mogelijkheid een eventuele vordering van hen op het kantoor uit de pers te houden.
De negen beleggers betoogden dat Deloitte middels een valstrik onder haar verantwoordelijkheid poogde uit te komen. De vordering lag op de maatschap Deloitte. Het bedrijf ging echter in 2004 in een BV over. Volgens klagers was het accountantskantoor bewust onduidelijk of de vordering bij de maatschap was achtergebleven danwel in de nieuwe BV was meegegaan. Dassen moet geweten hebben dat de vordering bij de maatschap was achtergebleven. Het ging hier om de vorming van een herenakkoord. ,,Daarom kon van Deloitte verwacht worden dat ook zij zonder enige terughoudendheid eerlijk en oprecht zou optreden”, aldus het vonnis. Dus informatie die werd uitgewisseld zou volledig zijn en geen verkeerde indruk moeten wekken, of als misleidend ervaren moeten worden. Volgens de accountantskamer konden de beleggers ervan uit gaan dat de betrokken accountants zowel namens de maatschap als de BV van Deloitte zouden optreden.
De oud-topman heeft zich onvoldoende aangetrokken dat hij en de voor hem werkzame juristen in het overleg openlijk, eerlijk en oprecht diende op te treden, ,,door minst genomen onduidelijkheid te laten dat de VEB haar belang niet zou kunnen realiseren indien zijn haar stuiting alleen zou richten aan Deloitte Accountants bv.” Hij heeft zich kennelijk mede laten leiden door eigenbelang, aldus de tuchtrechter.
Wel weegt de tuchtrechter mee dat Dassen niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en dat het handelen en nalaten van hem feitelijk niet tot nadeel bij de VEB leidde. Vandaar dat de Accountantskamer een waarschuwing passend acht. Alleen de klacht jegens Dassen is door de tuchtrechter gegrond verklaard. De klachten tegen de twee andere accountants zijn ongegrond verklaard.
Michiel Satink / JPZ