Gebrek aan communicatie vooral reden tot tuchtklacht tegen AA

De praktijk van drie huisartsen in een dorpje in Noord-Brabant moest er een dagje voor dicht. Ze wilden er alledrie in Zwolle bij zijn om hun voormalige accountant eindelijk eens zijn ongelijk te horen toegeven, tijdens hun klachtzaak bij de Accountantskamer. Zover kwam het niet: de accountant in kwestie bleef erbij: ik heb geen fouten gemaakt. Maar de communicatie had wel beter gekund.

‘Hij draait alles om’

Die communicatie, of beter gezegd het gevoelde gebrek daaraan bij klagers, is nu juist de doorslaggevende reden geweest voor de huisartsen om een tuchtklacht in te dienen. Want ze kunnen er nog wel begrip voor opbrengen dat een accountant fouten maakt. Maar niet dat hij niet adequaat reageert op hun onvrede. Het duurde soms maanden voor de cliënten een reactie kregen en dan: ‘hij probeert steeds alles om te draaien’.

De accountant trad al ruim vijftien jaar op voor de huisartsen privé toen het misging. De huisartsen kochten gezamenlijk een pand aan, dat voor een deel voor hun praktijk bestemd was, en voor een fiks deel verhuurd werd aan derden, zoals de apotheek.

Niet in de kelder

Pas na geruime tijd kwamen de klagers erachter dat de dingen vooral fiscaal toch niet zo goed geregeld waren, in hun optiek. Terwijl ze volledig vertrouwden op de expert. Maar de AA zou fouten hebben gemaakt. Het ging bijvoorbeeld om het praktijkgedeelte in het woonhuis van een van de artsen, dat met de aankoop van het gezamenlijke pand niet meer nodig was. En dat dus overgebracht naar zijn privégedeelte. Voor de waarde daarvan heeft de accountant een ‘waardedrukkende factor’ van 35% toegepast, die de Belastingdienst niet heeft geaccepteerd. De accountant had gehoopt dat dit punt niet opgemerkt zou worden door de belastingdienst.  Reactie van de accountant: ik heb gewaarschuwd voor die mogelijkheid.

Geen risicoanalyse

Dan heeft de accountant, begin 2014, geadviseerd over de mogelijkheid gelden te onttrekken uit het vastgoedproject van de huisartsen, op verzoek van een van de dokters. Dat zou volgens hem wel kunnen, in bescheiden mate. Terwijl het pand mogelijk inmiddels ‘onder water’ stond, banken terughoudend waren in (her)financiering van vastgoed en het bekend was dat de huurders, waaronder de Rabobank, niet heel stabiel waren. Die risico’s zou de accountant onvoldoende hebben meegewogen.

Reactie van de accountant: ik sta nog steeds achter het advies. Er was verschil van mening tussen de huisartsen, van wie de een juist wilde aflossen, dus geen onttrekkingen. “Dat is de splijtzwam geweest”, stelt de accountant, waardoor nu ineens alle drie de artsen zich tegen hem gekeerd hebben. Er waren, volgens hem gewoon geen directe bezwaren om een beperkte uitkering te doen., waarbij hij alle factoren voldoende heeft meegewogen.

Niet aftrekken zakelijke kosten

Andere klachten: De accountant heeft verzuimd kosten die fiscaal aftrekbaar waren in mindering te brengen bij de aangifte inkomstenbelasting. Verder: Jaar na jaar bleef de waarde van het aangekochte pand in de belastingaangiften hetzelfde, terwijl de waarde van het pand is gedaald. En dan zou hij de waarde van het nieuwe pand niet correct hebben verdeeld in box 1 en box 3.

‘Het was de fiscalist’

Algemeen weergegeven is de reactie van de accountant dat een fiscalist op zijn kantoor verantwoordelijk was voor de belastingperikelen. Tegen die fiscalist is ook een klacht ingediend bij de Raad van Tucht van het Register Belastingadviseurs. Voor die fiscale werkzaamheden zou hij dus niet aangesproken kunnen worden, is de stelling. Verder beriep hij zich op gegevens die hem door het administratiekantoor van de huisartsen zijn aangeleverd.

(Zaaknummers 16/3074, 16/3075, 16/3076, 16/3077)

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen