Fusies en overnames in de accountancy: Gebrek aan opvolging grote aanjager

In 2017 was er meer beweging bij kantoren om hun eigen kantoor te verkopen, een ander kantoor over te nemen of te fuseren.

Volgens het toonaangevende benchmarkonderzoek van Full Finance werd er op de factoren economisch klimaat, financiële situatie, prijsontwikkeling en ontwikkeling aantal klanten hoger gescoord dan in 2016. Bovendien zijn er positieve berichten over de financiering van goodwill. Banken zijn weer bereid dat tot 100% te willen doen, uitzonderingen daargelaten. Met dank aan de lage rente. Bij een aantal fusies en overnames blijkt de Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA) de grote aanjager te zijn. 

“Het aantal vergunningen daalde in 2017 met dertig, tot 292 begin dit jaar”, vertelt Arjen Schutte van Full Finance. “Kantoren die hun vergunning inleveren, hebben op jaarbasis soms maar twee controles. Ze hebben gewoon geen massa, maken te weinig vlieguren om aan de strenge WTA normen te voldoen. Samenstellen, administratie voeren, controles, loonadministratie, fiscaal advies, aangiften… Alleen een supermens kan dat allemaal. En al beschouwen veel accountants zichzelf als buitengewoon goed, in de praktijk werken kleinere kantoren vooral met generalisten. Daar is gewoon niet de ruimte om overal specialisten voor aan te trekken. En dus haken zij af als het om die vergunning gaat.”

Want het besef dat door beroepsvereniging NBA uitgevoerde checks dan niet worden gehaald, is groot. Weliswaar een ledenorganisatie, maar met een door de overheid gestuurde rol. “Geen ouwe jongens krentenbrood, er zijn teveel schandalen geweest. Aan de regels houden, is het motto. De wettelijke taak van de NBA is namelijk dat de leden (de accountants) hun beroep goed uitoefenen. Bovendien kijkt de Autoriteit Financiële Markten natuurlijk mee.”    

Een beperkt deel van de transacties had betrekking op auditportefeuilles sec. “Maar dat staat los van wat we in de markt zien aan assurance-opdrachten die worden uitbesteed aan gespecialiseerde kantoren”, aldus Arjen Schutte. De fusies en overnames die hebben plaatsgevonden hebben voor een beperkt deel betrekking op Wta-kantoren. Voor kantoren met weinig wettelijke controles heeft het inleveren van de vergunning geen impact op het bestaansrecht; je kunt samenwerkingen met andere partijen zoeken.

Wat echt een aanjager is voor de fusies en overnames die plaatsvinden is het gebrek aan opvolging van ouderen kantooreigenaren. Het is inmiddels bekend dat er onvoldoende aanwas van openbaar accountants is. Aan werk geen gebrek, aan vakbekwame handjes des te meer. Dit heeft een remmende werking op de omzet in de accountancy. De groeiende wet- en regelgeving draagt ook niet bepaald bij aan de aanwas van talent, eerder tot uitstroom. Veel senior accountants hebben het vak in de loop der jaren zien veranderen en kiezen soms voor uitschrijving als accountant. Anderen blijven wel accountant, maar vinden dat ze door de overvloed aan regelgeving het vak van adviseur niet goed kunnen uitvoeren.

Ook het imago van de accountancy is debet aan de beperkte aanwas. Het beroep wordt nu als niet-sexy ervaren. Daarnaast heeft de accountancy (lees: hebben de accountantskantoren) ook last van concurrentie van het bedrijfsleven. Een groot deel van de afgestudeerde accountants kiest namelijk voor een baan buiten de accountancy en wordt  ‘accountant in business’.

Kantooreigenaren die geen opvolgers kunnen vinden raken in dubio. ‘Moet ik op zoek blíjven gaan naar die kroonprins(es) die mijn positie overneemt of moet ik op zoek naar andere oplossingen’. Het meest voor de hand ligt verkoop aan een andere marktpartij. Arjen Schutte: “We kunnen heel dramatisch doen over het gebrek aan opvolging in de markt, de vraag naar kantoren is vele malen groter dan het aanbod. Voor elk kantoor is een passende koper te vinden. Dat betekent dat het een goede tijd is om een kantoor te verkopen. En, hoewel er veel verandert voor klanten én medewerkers, leiden meeste overnames van kantoren in de accountancy tot weinig klantverloop.


Arjen Schutte: "De vraag naar kantoren is vele malen groter dan het aanbod"

Op de vraag of ICT een aanjager is voor fusies en overnames in de accountancy reageert Arjen Schutte ontkennend. “Voor zowel kleine als grote kantoren zijn er passende IT-oplossingen op de markt verkrijgbaar en de tijd van zelf het ICT-wiel uitvinden is gelukkig wel voorbij. Accountantskantoren moeten zich richten op daar waar ze goed in zijn.”

Bij de grotere spelers kwamen Flynth, Alfa en Accon avm als koper op de markt. Die laatste nam vier vestigingen van Van Noord Accountants over. Nieuwe speler is Auren, van oorsprong Spaans en groot in Duitsland en op het Iberisch schiereiland. Auren kocht in 2017 ASH Audit en Jan Bos Accountants en heeft de ambitie om in Nederland tot de top 30 van de accountancy te gaan behoren. 

Ook lokaal en klein-regionaal gebeurt er veel. Ontdekkracht uit Tilburg fuseerde met branchegenoten Louer en Van der Aa & Belderok. De drie gaan in het pand van die laatste in Goirle samen verder onder de naam Ontdekkracht Accountants en Adviseurs. Net als in andere sectoren waar M&A opbloeit, ligt het gevaar van cultuurverschillen op de loer. Ook als directeuren het onderling best goed kunnen vinden, is dat geen garantie voor succesvol samengaan. Je kunt natuurlijk niet iedereen op fuserende kantoren consulteren. Goede analyse vooraf is een must, net als zo zorgvuldig mogelijk inschatten. Full Finance kan daar een rol in spelen.”

Trend voor de toekomst? “Ik verwacht dat 2018 eenzelfde beeld laat zien”, voorziet Arjen Schutte. “Er is dynamiek in de markt. En ook in 2018 leveren diverse kantoren hun Wta-vergunning in (vast wel weer ca. 30). En dat is eigenlijk ook wel goed. Economisch gezien is het beter dat er enige concentratie plaatsvindt. Het opvolgingsprobleem is niet zomaar opgelost, maar het positieve sentiment houdt aan waardoor we geen problemen voorzien om de kantoren aan te laten sluiten bij andere marktpartijen. We verwachten wel dat er naast verkoop andere oplossingen zullen voor het opvolgingsvraagstuk. Dan moet je denken aan oplossingen als personeelsparticipatie en het aanpasssen van het traditionele partnermodel.”

Gerelateerde artikelen