Frauderapportage alleen verplicht voor oob’s

De NBA heeft groen licht gegeven voor de wijzigingen in de verplichte rapportering over continuïteit en fraude in de controleverklaring. Voorlopig zal de verplichte rapportering over fraude en continuïteit alleen gelden voor controle-opdrachten voor oob’s. 

Over twee jaar zal de NBA de effectiviteit van de maatregel evalueren. Dan wordt ook duidelijk of een verplichtstelling gepast is voor alle andere controle-opdrachten passend is. 

De matiging van de aanpassingen is het resultaat van de reacties die op de voorgenomen aanpassing zijn gekomen. Op het consultatiedocument zijn 32 reacties binnengekomen, met een zeer gemengd beeld. Daarnaast heeft de NBA leden geconsulteerd via een webinar en is er een debatbijeenkomst gehouden.

De NBA wil in controles meer aandacht voor fraude, omdat het zichtbaarder moet worden  wat accountants doen aan continuïteit en fraude, zodat stakeholders zich daarover een beter oordeel kunnen vormen. 

De NBA hoopt dat accountants de controleverklaring gebruikt de discussie aan te gaan met over continuïteit en frauderisicofactoren met de gecontroleerde organisatie en de betreffende toezichthouders. 

De verplichte rapportering over fraude vanaf verslagjaar 2021 is uitsluitend van toepassing voor de controle van oob’s. De oorspronkelijke bedoeling was om met ingang van verslagjaar 2022 verplichte rapportering over continuïteit voor oob’s , alsmede de verplichte rapportering over continuïteit en fraude voor niet-oob’s in te laten gaan.

De meeste accountants die reageerden op het consultatiedocument zijn het oneens met het verplicht opnemen van specifieke uitkomsten en waarnemingen. Het is belangrijk dat juist ook de opstellers van het jaarverslag hierover transparant zijn.

De meeste accountants zijn het wel eens om de reikwijdte van de verplichte rapportering vooralsnog te beperken tot fraude. Onmiskenbaar is dat een groot aantal situaties waarin wet- en regelgeving niet wordt nageleefd, een directe relatie heeft met fraude. 

De reikwijdte van Standaard 250 is echter dermate breed dat deze toevoeging niet zonder meer kan worden overgenomen. Het bestuur beseft dat de verplichtstelling om te rapporteren over fraude een opstap kan zijn om na de evaluatie over twee jaar de reikwijdte van de verplichte rapportering uit te breiden met het niet naleven van wet- en regelgeving. Door de verplichte rapportering vooralsnog te beperken tot fraude, sluit het bestuur ook aan bij de ontwikkelingen op dit terrein binnen de IAASB.

 

Gerelateerde artikelen