Fraude met TOGS en TOZO: Van een mug een olifant maken

Is de aanpak van opsporingsinstanties, gelet op de bedragen waarmee gefraudeerd kan worden, niet excessief te noemen?

Door mr. Victor Langenburg

De Coronacrisis maakt onverwachte kansen en mogelijkheden los. Daarnaast veroorzaakt het vooral veel leed. Niet alleen op gezondheidsvlak, maar ook op economisch vlak. Dat heeft het kabinet ertoe gebracht om meerdere steunmaatregelen in het leven te roepen om de economische gevolgen van de crisis voor ZZP’ers, MKB-ondernemers en (grote) bedrijven enigszins te beperken. 

In dit blog worden twee van deze steunmaatregelen besproken: De TOGS (nu: TVL) en de TOZO. Daarbij ligt – in het kader van de handhaving – de nadruk op de eerste berichten van een keiharde aanpak door opsporingsinstanties als er signalen zijn dat hiermee wordt gefraudeerd. Er zijn namelijk ondernemers die hebben gedacht makkelijk geld te kunnen verdienen door een beroep te doen op de steunmaatregelen, terwijl zij hier eigenlijk geen recht op hadden. Is dat frauderen echt zo makkelijk of kan het een lange lijdensweg worden?

TOGS en de TOZO
Het kabinet heeft in totaal negen noodmaatregelen getroffen om ondernemers tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Een daarvan is de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS), simpel gezegd de eenmalige 4.000 euro die het kabinet beschikbaar stelde voor door de crisis getroffen (MKB-)ondernemers. Dit zijn/waren met name de ondernemers die verplicht gesloten werden (kappers, restaurants, cafés, etc.). Vanaf 1 juni jl. kunnen deze ondernemers aanspraak maken op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste lasten en de mate van omzetverlies (minimaal 30%) kan de tegemoetkoming oplopen tot maximaal 50.000 euro. 

Daarnaast is voor zelfstandig ondernemers, zoals ZZP’ers, de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) in het leven geroepen. Deze regeling voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de Coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt (en vult aan tot bijstandsniveau). Ook is het mogelijk een lening voor bedrijfskapitaal aan te vragen – ter hoogte van maximaal 10.157 euro – om liquiditeitsproblemen als gevolg van de crisis op te lossen. Vanaf 1 juni jl. is de TOZO-2 in het leven geroepen als aanvulling/verbetering van de TOZO. Nieuw bij de TOZO-2 is dat het vermogen van de aanvrager en het inkomen van de partner een rol speelt. Extra reden dus om oplettend te zijn bij het aanvragen van deze regeling.   

Inzet op handhaving
Alle vereenvoudigde steunmaatregelen zijn op korte termijn met de nodige haast ingevoerd en daardoor heeft vermoedelijk geen integrale toetsing van de fraudebestendigheid plaatsgevonden. Daarmee ligt de kans op misbruik of ander oneigenlijk gebruik van de regelingen op de loer. De autoriteiten zijn hier logischerwijs van op de hoogte en hebben een moreel appèl gedaan op ondernemers om op een deugdelijke manier met de regelingen om te gaan. Kennelijk vertrouwt de overheid niet (volledig) op dit morele appèl. 

In het kader van de opsporing hebben de Inspectie SZW en de FIOD (Belastingdienst) namelijk de handen ineengeslagen. Beide organisaties hebben veel capaciteit vrijgemaakt om (eventuele) fraude met de steunmaatregelen op te sporen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Dat dit geen onterechte waarschuwing is, blijkt uit het feit dat de eerste meldingen van ZZP’ers en ondernemers die mogelijk ten onrechte de TOZO en de TOGS hebben aangevraagd, door de Financial Intelligence Unit (FIU), de FIOD en de Inspectie SZW bekend zijn gemaakt. Weliswaar niet met naam en rugnummer, maar wel met de mededeling dat de opsporingsinstanties er bovenop zitten. 

Randjes lopen?
Onder de huidige omstandigheden is het makkelijk om een beroep te doen op de steunmaatregelen. Ook als men hier (eigenlijk) geen recht op heeft. Snelheid is op dit moment belangrijker dan zorgvuldigheid. Zoals op de website van de FIU staat beschreven is het motto ‘eerst uitkeren en dan controleren’. Dit kan gevolgen hebben voor ondernemers die misbruik maken van de situatie.

De eerste berichten over de aanhouding van iemand die werd verdacht van fraude met de TOGS-regeling wijst op een keiharde aanpak door opsporingsinstanties. Deze persoon stond bij de Kamer van Koophandel ingeschreven met een eenmanszaak en het vermoeden was dat hij de economische activiteit van zijn inschrijving had aangepast om aanspraak te kunnen maken op de TOGS, de eenmalige tegemoetkoming van 4.000 euro. Nadat deze persoon als verdachte werd aangemerkt is zijn woning door de FIOD binnengevallen en doorzocht. Vervolgens is beslag gelegd op zijn administratie, een computer en zijn telefoons. Er werd nogal flink uitgepakt dus. 

Logisch dat het zo hard wordt aangepakt?
Is deze aanpak van de opsporingsinstanties, gelet op de bedragen waarmee bij de TOGS en TOZO gefraudeerd kan worden, niet excessief te noemen? Of is gewoon sprake van normhandhaving en normbevestiging? U mag het zeggen. Het voelt voor mij wel als een van een mug een olifant maken. De TOGS levert een ondernemer eenmalig 4.000 euro op. Als ik deze bedragen afzet tegen bijvoorbeeld een ‘normale’ fiscale of toeslagenfraude, dan volgt uit het AAFD-protocol dat een zaak pas (definitief) in aanmerking komt voor strafrechtelijke afdoening als het nadeelbedrag 100.000 euro of meer bedraagt. Dit drempelbedrag wordt bij lange na niet gehaald. Hoewel ik het met het uitgangspunt eens ben dan onterechte aanvragen van de steunmaatregelen moeten worden aangepakt en gecorrigeerd, vraag ik mij af of het strafrecht hier wel voor is bedoeld. De overbelaste strafrechtketen raakt hiermee alleen nog maar meer overbelast. Terwijl deze zaken mijns inziens ook (meer dan) prima met een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan. Dat bespaart een hoop tijd en kosten. 

Conclusie
Gratis geld bestaat niet. Zwemmen in het geld zoals Dagobert Duck kan, maar dan moet het eerlijk zijn verdiend. Vanwege de Corona-crisis heeft de overheid de nodige steunmaatregelen in het leven geroepen om mensen/bedrijven overeind te houden. Misbruik ligt daarbij op de loer. Ga je daartoe over, dan bestaat de kans op een keiharde aanpak door opsporingsinstanties. Het lijkt er namelijk op dat de overheid een krachtig signaal wil uitgeven dat frauderen met steunmaatregelen in crisistijd uit den boze is. Bezint eer ge begint!

Mr. Victor Langenburg is advocaat-belastingdeskundige Jaeger Advocaten-belastingkundigen, een advocatenkantoor gespecialiseerd in procedures over belastingzaken

Gerelateerde artikelen