Fosfaatproductie opnieuw boven plafond

De fosfaatproductie in dierlijke mest valt dit jaar opnieuw hoger uit dan het door de Europese Unie vastgestelde plafond. In 2016 daalde de productie vergeleken met een jaar eerder wel met bijna 2 procent van 180,1 tot 177 miljoen kg, dat is nog steeds ruim 4 miljoen kg boven het plafond van 172,9 miljoen kg. De daling van de fosfaatproductie is in vrijwel de hele veehouderij zichtbaar, behalve in de melkveehouderij. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling 2016.

Het aantal melkkoeien in Nederland is volgens de Landbouwtelling van 2016 met ongeveer 120 duizend dieren toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. De rundveestapel groeide daardoor met 3 procent verder door. De fosfaatproductie van de rundveestapel daalde met 0,5 miljoen kg, dankzij een lager fosforgehalte in ruwvoer. De compensatie is niet voldoende om onder het voor de rundveesector vastgestelde fosfaatplafond te komen.

Daling fosfaatproductie varkenshouderij

Is de rundveestapel in 2016 iets gegroeid, het aantal varkens daalde dit jaar in vergelijking met 2015 wel. In 2016 bleken ongeveer 160 duizend varkens minder in de hokken te zitten dan een jaar eerder. De fosfaatproductie van de varkensstapel daalde daardoor met 1 miljoen kg (2,5 procent) naar 39,1 miljoen kg. Daarmee duikt de fosfaatproductie weer onder het fosfaatplafond dat voor deze sector is vastgesteld.

Fosfaatproductie pluimvee blijft boven plafond

Niet alleen de varkensstapel nam in omvang af, ook in de pluimveesector daalde het aantal dieren. In 2016 is het aantal stuks pluimvee met 2 procent gedaald ten opzicht van een jaar eerder en afgenomen tot ongeveer 106 miljoen stuks. De productie van fosfaat in pluimveemest is tegelijkertijd met 0,1 miljoen kg verminderd naar 28,2 miljoen kg. De afname is echter minder groot dan de afname van het aantal dieren, waardoor de fosfaatproductie in de pluimveesector niet onder het vastgesteld plafond komt.

Vaste rekenmethode mestproductie veestapel

De mestproductie van de veestapel wordt jaarlijks berekend op basis van het aantal dieren in de Landbouwtelling en de uitscheidingsfactoren per dier voor stikstof, fosfor en kalium. Voorlopige cijfers worden aan het einde van het verslagjaar berekend op basis van het aantal dieren in de landbouwtelling. Bij de berekening heeft CBS rekening gehouden met lagere fosforgehalten van ruwvoer dan een jaar eerder. Ongeveer zes maanden na afloop van het verslagjaar zijn alle gegevens bekend waarmee de definitieve uitscheidingsfactoren per dier kunnen worden berekend. De definitieve uitscheidingsfactoren worden jaarlijks vastgesteld door de Werkgroep Uniformering Mest- en mineralencijfers (WUM) volgens een vaste rekenmethodiek.

Fosfaatplafond

Het fosfaatplafond is de maximale fosfaatproductie van de veestapel in Nederland. Het fosfaatplafond is gelijk gesteld aan de fosfaatproductie van de Nederlandse veestapel in 2002 en bedraagt 172,9 miljoen kg fosfaat. Nederland mag van de Europese Commissie meer dierlijke mest toepassen dan de norm van de Nitraatrichtlijn, mits het fosfaatplafond niet wordt overschreden. Bij overschrijding van het fosfaatplafond zou volgens de Europese Commissie, gezien de beschikbare plaatsingsruimte voor fosfaat in Nederland, de druk op de mestmarkt in Nederland onverantwoord groot worden.

Gerelateerde artikelen