Forse daling dekkingsgraad pensioenfondsen
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in de maand januari met vijf procentpunt gedaald van 102 naar 97 procent.
Verlies op aandelen en de nog verder dalende rente zetten de financiële positie van pensioenfondsen verder onder druk. De beleidsdekkingsgraad, die gebaseerd is op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden en die leidend is voor kortingen of indexatie, is in de maand januari gedaald naar 103 procent.
Met een beleidsdekkingsgraad van 103 procent is er sprake van een dekkingstekort en dit kan leiden tot pensioenkortingen in de toekomst.
Dit blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt, wereldwijd marktleider in human-resourcemanagement, consultancy en outsourcing, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Beleidsdekkingsgraad gedaald, mogelijke toekomstige kortingen
Bij een beleidsdekkingsgraad lager dan circa 104,3 procent is er sprake van een dekkingstekort, met mogelijke kortingen tot gevolg. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde van de actuele dekkingsgraden over twaalf maanden. Met de gedaalde actuele dekkingsgraad ziet het ernaar uit dat de beleidsdekkingsgraad op termijn verder daalt. De eerste fondsen hebben aangekondigd dat kortingen in 2017 niet uitgesloten zijn. De positie aan het eind van het jaar is bepalend, dus deze verslechtering heeft pas in 2017 effect. Impact op de pensioenuitkeringen is er daarom op dit moment nog niet.
De verdere verslechtering van de financiële positie van pensioenfondsen vergroot de druk op het huidige stelsel. “Hervorming van het huidige pensioenstelsel wordt urgenter,” zegt Frank Driessen, Chief Commercial Officer bij de afdeling Retirement & Financial Management van Aon Hewitt. “In het huidige economische tijdsgewricht lijkt het huidige systeem, geënt op nominale zekerheid, niet optimaal te werken. De discussie over het toekomstbestendig pensioenstelsel is opnieuw actueel.”
Verplichtingen gestegen
De rente daalde verder in januari. De daling van de olieprijzen, in combinatie met teleurstelling over de maatregelen van de Europese Centrale Bank, achterblijvende groei in China en stijging van de dollar, leidden tot een daling van de verwachte inflatie. Doordat de inflatie achterblijft, daalde de rente verder. De rente op de lange termijn daalde met 40 punten, waardoor per saldo de verplichtingen met 6 procent stegen.
Vermogen ongeveer gelijk
De daling van de rente voor de langere looptijden leidde tot een stijging van de (langlopende) vastrentende waarden. De obligatieportefeuille steeg met 5,6 procent. Op de wereldwijde aandelenmarkten trad er in januari een fors verlies op van ruim 8 procent. Oorzaken zijn de dalende olieprijzen, zorgen om China en de stijging van de dollar. Het vastgoed deed het in januari eveneens niet goed. De vastgoedportefeuille daalde met 1 procent. De waarde van de totale beleggingsportefeuille steeg in januari met bijna 1 procent.