Fiscus procedeert bij onjuist geclaimde afdrachtverminderingen onderwijs

Alhoewel de faciliteit al sinds 2014 is afgeschaft en is vervangen door de subsidieregeling Praktijkleren, wordt nog steeds veel gesproken over de ‘afdrachtvermindering onderwijs’. Dat komt omdat de Belastingdienst is gestart met procedures tegen werkgevers die deze subsidie mogelijk ten onrechte hebben geclaimd en uitbetaald hebben gekregen, zo meldt Mazars.

De afdrachtvermindering onderwijs was een faciliteit die de werkgever een financiële tegemoetkoming gaf als hij een werknemer onderwijs liet volgen. Deze afdrachtvermindering kon de werkgever bij zijn loonaangifte zelf opvoeren en dit verminderde zijn aan te geven bedrag aan loonheffingen. Uiteraard moest hiervoor wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Juist over deze voorwaarden lopen nu veel procedures waarbij de Belastingdienst soms tonnen euro’s terugvordert van de werkgever.

Eisen WEB

Eén van de aspecten in die procedures is de vraag of de Belastingdienst mag controleren of de gevolgde opleiding voldoet aan de eisen die de Wet Educatie en Beroepsonderwijs stelt aan de opleiding. In het verleden werd hier niet op gecontroleerd en werd in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst ook niets gecommuniceerd over speciale vereisten op dit vlak. De lagere rechter heeft in deze procedures uitgesproken dat de belastinginspecteur wel degelijk bevoegd is om de opleiding inhoudelijk te toetsen (aan kwaliteitseisen e.d. die gesteld worden aan beroepspraktijkvorming).

Controle op inhoud en kwaliteit door onderwijsinspectie

De zaak is nu beland bij de Hoge Raad en de Advocaat-Generaal die de Raad adviseert. De Advocaat-Generaal heeft aangegeven dat de controle op de inhoud en de kwaliteit van de opleiding is onderworpen aan het toezicht van de onderwijsinspectie en niet aan de Belastingdienst is toevertrouwd. In één van die procedures gaat het om medewerkers van een timmerfabriek die deelnamen aan de training ‘Slimmer Produceren’ en daarbij is het de vraag of die training kan worden aangemerkt als (onderdeel van) een beroepsopleiding.

Om te bepalen of de opleiding daadwerkelijk is gevolgd, controleert de Belastingdienst in principe alleen of diploma’s of certificaten zijn uitgereikt. In dat geval betekent het dat de opleiding is gevolgd. Alleen in het geval er geen diploma’s of certificaten zijn afgegeven zou de Belastingdienst mogen beoordelen of de beroepspraktijkvorming echt is gevolgd. De bewijslast hiervan ligt dan bij de werkgever. Het is nu wachten op het oordeel van de Hoge Raad.

 

(Bron: Mazars)

Gerelateerde artikelen