Fiscount: Ondertekening jaarrekening vaak te laat

Vier spelregels voor het ondertekenen van de jaarrekening.

In de praktijk blijkt dat de ondertekening van de jaarrekening vaak te laat of onvolledig wordt uitgevoerd. Dat constateert Fiscount, een adviesorganisatie voor accountantskantoren. Reden voor deze organisatie om de spelregels nog eens op een rij te zetten.

  1. Volgens artikel 2:210 lid 2 BW moeten alle bestuurders en alle commissarissen (voor zover die er zijn) de jaarrekening ondertekenen. Dit geldt ook voor kleine rechtspersonen. De handtekening bevestigt dat het orgaan zich achter de inhoud van de opgestelde jaarrekening schaart. Ontbreekt een handtekening? Dan moet worden toegelicht waarom.
  2. Oo leden van de Raad van Toezicht (RvT) moeten de jaarrekening ondertekenen. De wet maakt geen onderscheid: als een organisatie een Raad van Commissarissen (RvC) óf een Raad van Toezicht kent, moeten alle leden van dat toezichthoudende orgaan (artikel 2:300 lid 2 BW) de jaarrekening ondertekenen.
  3. De gebruikelijke volgorde bij ondertekenen is: opstellen – ondertekenen – vaststellen. De deadline voor opstellen is uiterlijk vijf maanden na afloop van het boekjaar. Deze termijn kan verlengd worden met nog eens vijf maanden.
  4. Het niet of niet tijdig ondertekenen kan ernstige gevolgen hebben voor bestuurders. Bijvoorbeeld procedures over bijvoorbeeld aansprakelijkheid. Dan geldt het ontbreken van een paraaf als een teken van interne verdeeldheid of onzorgvuldigheid. Het ontbreken van de ondertekening is bovendien formeel een onvolledigheid in de jaarrekening.
Gerelateerde artikelen