Financiële sector staat ook voor maatschappelijke en ecologische risico’s

Nieuw DNB-onderzoek laat zien dat de financiële sector niet alleen geconfronteerd wordt met klimaatgerelateerde risico’s, maar ook met andere ecologische en maatschappelijke uitdagingen.

Eerder DNB onderzoek naar klimaatgerelateerde financiële risico’s laat bijvoorbeeld zien dat extremere weersomstandigheden leiden tot hogere claims bij verzekeraars en dat kredietverschaffers rekening moeten houden met de gevolgen van striktere regelgeving, zoals verplichte verduurzaming van kantoorpanden en ander vastgoed. In het huidige onderzoek heeft DNB in samenwerking met een aantal onderzoeksbureaus onderzocht of financiële instellingen blootgesteld zijn aan andere maatschappelijke en ecologische risico’s. Ook is onder 25 grote- en middelgrote financiële instellingen nagegaan op welke wijze zij duurzaamheidsambities integreren in de bedrijfsvoering.

Risico’s van waterschaarste voor financiële instellingen
In de eerste plaats is de wereldwijd afnemende beschikbaarheid van zoet water onder de loep genomen. Door bevolkingstoename en economische groei zal een groot deel van de aarde en bevolking te kampen krijgen met schaarste. Nederlandse financiële instellingen hebben minimaal EUR 97 miljard geïnvesteerd in bedrijven die actief zijn in gebieden met extreem hoge waterschaarste. Wanneer die schaarste omslaat in tekorten, kunnen bedrijfsfaciliteiten niet of beperkt functioneren. Ook bestaat er de kans dat overheden watergebruik strenger gaan reguleren. Hierdoor lopen de uitzettingen van instellingen verhoogd risico.

Risico’s van grondstoffenschaarste voor financiële instellingen
Daarnaast investeren financiële instellingen EUR 56 miljard in bedrijven die afhankelijk zijn van de meest schaarse grondstoffen. Door toenemende consumptie en gebruik van technologie wordt de vraag naar deze grondstoffen steeds groter. Veel van de onderzochte grondstoffen zijn onmisbaar in technologische toepassingen. Door schaarste of door geopolitieke factoren kan de levering van die grondstoffen in gevaar komen. Dat kan financiële instellingen raken die in bedrijven investeren die van deze grondstoffen afhankelijk zijn.

Risico’s van mensenrechtencontroverses voor financiële instellingen
Het onderzoek laat zien aan dat er regelmatig mensenrechtencontroverses voorkomen bij bedrijven waar Nederlandse financiële instellingen in investeren. Er zijn de afgelopen jaren verschillende richtsnoeren opgesteld om misstanden op het gebied van mensenrechten tegen te gaan, zoals de convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) die de pensioen-, verzekerings- en bankensector met de overheid en maatschappelijke organisaties hebben afgesloten. Ook vanuit risicoperspectief is er aanleiding om aandacht te hebben voor mensenrechtenschendingen. Publiciteit rondom mensenrechtencontroverses kan leiden tot reputatierisico voor financiële instellingen. Het onderzoek onderstreept daarmee het belang van deze richtsnoeren.

Risico’s van biodiversiteitsverlies voor financiële instellingen
De biodiversiteit neemt sterk af. Ook dit kan financiële instellingen raken. Via het verlies van bestuiving en de afname van de weerbaarheid van ecosystemen, worden uitzettingen in landbouwbedrijven risicovoller. Wetenschappelijke studies werpen steeds meer licht op dergelijke consequenties van biodiversiteitsverlies. Desondanks is het nog beperkt mogelijk om de precieze impact van biodiversiteitsverlies op de soliditeit van financiële instellingen te bepalen.

Het is van belang dat financiële instellingen inzage hebben in de impact van maatschappelijke en ecologische risico’s op hun soliditeit, op korte en lange termijn. Daarom moeten maatschappelijke en ecologische risico’s nader geanalyseerd en, waar nodig, beheerst worden. Daarbij betekent beheersen niet zonder meer dat blootstellingen moeten worden vermeden. Om maatschappelijke doelen te behalen, kunnen investeringen nodig zijn die tot blootstellingen leiden. Wel is verdere ontwikkeling van instrumenten om deze risico’s beheersbaar te houden gewenst.

Integratie duurzaamheidsambities in de bedrijfsvoering van financiële instellingen
Uit het huidige onderzoek komt tevens naar voren dat alle onderzochte financiële instellingen duurzaamheidsbeleid formuleren en de meesten zich committeren aan duurzaamheidsstandaarden, zoals de Sustainable Development Goals of de principes van de United Nations Global Compact. Bovendien publiceren ze periodiek duurzaamheidsrapportages.

Een minderheid van de 25 onderzochte financiële instellingen integreert duurzaamheidsambities in de bedrijfsvoering. Zo formuleert slechts 36% van de onderzochte instellingen concrete indicatoren en targets als onderdeel van hun duurzaamheidsbeleid. En vier op de vijf instellingen brengt de effecten van inspanningen niet in kaart. Deze resultaten zijn gebaseerd op onderzoek onder de grootste pensioenfondsen, verzekeraars en banken.

Financiële instellingen lopen reputatierisico wanneer zij gewekte verwachtingen of gemaakte beloften niet kunnen nakomen. Het is van belang een goede bedrijfsvoering in te richten die voldoende waarborgen biedt. Logische vervolgstappen voor veel financiële instellingen zijn het opstellen van duidelijke indicatoren en targets, het monitoren van prestaties en het meten van impact.

Gerelateerde artikelen