Financiële positie UMC’s in groot contrast met algemene ziekenhuizen
Financieel zijn deze belangrijke kenniscentra van de Nederlandse gezondheidszorg kerngezond. Dat staat in groot contrast met de algemene ziekenhuizen in Nederland die voor het jaar 2017 een gemiddelde van 7,2 scoren, waarbij 14 ziekenhuizen een onvoldoende behalen.
De betere financiële positie van de UMC’s hangt samen met het grotere aantal inkomensbronnen waarover UMC’s beschikken en het feit dat UMC’s in staat zijn het bredere takenpakket op een meer rendabele wijze uit te voeren. UMC’s ontvangen bijvoorbeeld afzonderlijke financiering voor onderzoek en onderwijs en beschikbaarheidsbijdragen Academische Zorg voor de levering van topreferente zorg. Tegelijkertijd is ook voor UMC’s de toekomst onzeker: vanwege het hoofdlijnenakkoord moet de omzetgroei worden omgebogen, terwijl de vraag toeneemt en de kosten van de noodzakelijke innovatie en geneesmiddelen blijven stijgen.
Dat concludeert BDO Accountants & Adviseurs op basis van een UMC-special in aanvulling op de jaarlijkse Benchmark Ziekenhuizen. Daarin rangschikt BDO de Nederlandse algemene ziekenhuizen op basis van hun financiële jaarverslagen van 2017
Hoger resultaat dan algemene ziekenhuizen bij elkaar
De acht UMC’s behalen hogere ratio’s en een relatief hoger resultaat in vergelijking met de algemene ziekenhuizen. De gezamenlijke opbrengsten van de acht UMC’s bedragen ongeveer de helft van die van de gehele sector algemene ziekenhuizen, maar de UMC’s behalen desondanks een hoger resultaat dan de 62 algemene ziekenhuizen bij elkaar. De gemiddelde solvabiliteit van de acht UMC’s over 2017 komt uit op 29,1 procent. Ook de solvabiliteit van de UMC’s ligt daarmee hoger dan de gemiddelde solvabiliteit van de algemene ziekenhuizen, die 25,6 procent bedraagt.
Daarnaast is bij de UMC’s sprake van een stijging van het rendement in vergelijking met 2016, terwijl bij de algemene ziekenhuizen zichtbaar is dat het rendement jaarlijks daalt. Het rendement van VUmc en AMC is het hoogst, met respectievelijk 3,8 en 3,7 procent. Beide ziekenhuizen krijgen een rapportcijfer 10. Het laagste scoort het Radboudumc; dat behaalde in 2017 een rendement van 0,5 procent en een 7 als algeheel rapportcijfer.
Regie bij noodzakelijke herinrichting van de zorg
De acht UMC’s staan er in vergelijking met hun niet-universitaire vakbroeders relatief gunstig voor om de onzekerheden binnen de zorgsector het hoofd te kunnen bieden. Toch is er ook bij deze ziekenhuizen reden voor enkele kanttekeningen. “De effecten van het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg en de ontwikkeling rondom zorg op de juiste plek zal ook impact hebben op deze ziekenhuizen, waardoor de omzetgroei de komende jaren moet worden omgebogen bij stijgende kosten van innovatie en dure geneesmiddelen,” licht Chris van den Haak, partner en onderzoeker bij BDO toe. “Daarnaast zullen ook de UMC’s zich niet kunnen onttrekken aan de druk van toenemende zorgvraag en het vinden van het juiste personeel.”
Van den Haak vult aan: “Ondanks deze uitdagingen, hebben de UMC’s met hun solide financiële gezondheid en specialistische kennis de beste kaarten in handen om initiatief te nemen als het gaat om de noodzakelijke herinrichting van de zorg in Nederland. Wij merken daarbij dat de sector behoefte heeft aan een landelijke regisseur die deze ontwikkelingen kan ondersteunen.’’