Financiële activa Nederlandse huishoudens gekrompen
Vandaag heeft Allianz haar negende Global Wealth Report gepubliceerd met een analyse van vermogen en schuld van huishoudens in meer dan 50 landen. 2017 was een uitzonderlijk jaar. Ondanks de toenemende politieke spanningen was het een bijna perfect jaar voor beleggers. Het economisch herstel na de financiële crisis leidde tot een wereldwijd synchrone hoogconjunctuur en de financiële markten doen het dan ook goed, met name de aandelenmarkten.
Nederland: krimpende financiële activa
De financiële activa van Nederlandse huishoudens daalden met 0,2 procent en dat maakte Nederland het enige land ter wereld met een negatieve groei in 2017. In het jaar daarvoor zagen we nog een stijging van 7 procent. De belangrijkste oorzaken van deze negatieve ontwikkeling waren de verzekerings- en pensioenactiva, die in 2017 met 1,5 procent daalden als gevolg van de stijgende rente.
In de drie jaar daarvoor profiteerde deze activaklasse echter van de dalende rente, met een stijging van gemiddeld ruim 11 procent. Tegelijkertijd steeg de schuldenlast slechts beperkt met 1,2 procent, wat duidde op een strengere schuldendiscipline in Nederlandse huishoudens. Sinds de eurocrisis is de particuliere schuldenlast nauwelijks veranderd. Als gevolg daarvan daalde de schuldquote van huishoudens sindsdien met bijna 20 procentpunten, maar bleef met 113 procent desondanks op een zeer hoog niveau.
Alleen de Scandinavische en Zwitserse huishoudens hebben hogere schulden dan de Nederlandse. De netto financiële activa daalden met 0,9 procent in 2017, de grootste daling in 10 jaar. Ondanks de tegenvallende cijfers blijft Nederland een van de rijkste landen ter wereld. De netto financiële activa per hoofd van de bevolking bedragen 95.880 euro, en daarmee is Nederland het op drie na rijkste land ter wereld (financiële activa per hoofd van de bevolking). Het zakte slechts één plaats ten opzichte van het jaar ervoor en verwisselde van plaats met Zweden. Zwitserland voert de lijst weer aan, nadat het de eerste plaats vorig jaar moest afstaan aan de VS. In het algemeen presteerden de Europese landen in 2017 beter dan in de voorgaande jaren. Dit is echter vooral te zien aan de sterkere euro.
In Nederland was geen zichtbare verschuiving van beleggersgedrag zichtbaar om een eenvoudige reden: Nederlandse huishoudens waren al nooit erg geïnteresseerd in bankdeposito's, want het meeste verse kapitaal ging altijd al naar verzekeringen en pensioenen. Beleggingen in aandelen en beleggingsfondsen speelden slechts een ondergeschikte rol; de Nederlandse huishoudens stopten met het verkopen van deze producten in 2017.
Door de stijgende rente leverde de voorkeur van de Nederlandse spaarders voor verzekeringen en pensioenen geen goede resultaten op: het impliciete rendement op financiële activa daalde naar 0,5 procent in 2017, met een reëel rendement van 0,8 procent na aftrek van inflatie. In de afgelopen zes jaar sinds 2012 deden de Nederlandse huishoudens het met een gemiddeld rendement van 4,4 procent echter veel beter, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld 3,6 procent in Frankrijk, circa 2 procent in Duitsland en minder dan 1 procent in Oostenrijk. Maar niet alleen het reële rendement daalde vorig jaar; de Nederlandse spaarders voelden de terugkeer van inflatie ook heel direct. Het verlies aan koopkracht op bankdeposito's liep op tot 190 euro per hoofd van de bevolking in 2017, het bewijs van het negatieve reële rendement van deze activaklasse. De enige schrale troost is dat de verliezen veel erger waren in buurland België, waar ze opliepen tot 670 euro per hoofd van de bevolking.