Filmproducent loopt schade op ‘door onderzoek dat accountants moesten weigeren’

Twijfels over de besteding van financiële bijdragen aan de productie van de film Mees Kees op Kamp maakte dat twee accountants de opdracht kregen de boeken te onderzoeken. Maar ze hadden volgens de klager die opdracht nooit mogen aanvaarden.

Zaaknrs. 21/533 | 21/535

Door Michiel Satink

“Waar rook is, is vuur'', zei advocaat Ludith Haarsma namens de producent. Ze sprak op de tuchtzitting over 'een klopjacht, ingezet door CoBO en Filmfonds', op grond van een verdenking van fraude. Het CoBO, wat staat voor Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep, verstrekte net als het Filmfonds in 2013 een bijdrage in de totstandkoming van de film. 

Kennelijk rezen bij beide instanties jaren later vragen over de verantwoording van de kosten door de producent. Alleen was er eerder al onderzoek gedaan door het Filmfonds waaruit bleek dat er niets aan de hand was, zei de raadsvrouw. Dus waarom nog dit aanvullende onderzoek in 2019 dat uiteindelijk een halfjaar duurde en vier rapporten opleverde? “De schade die hieruit voortvloeit bedraagt ruim 4,5 miljoen euro per jaar omdat de 24-delige televisieserie 'Superjuffie' van Avro/Tros niet is doorgegaan. Dit omdat de omroepen vanwege het forensisch onderzoek niet mochten bestellen en ook andere series niet zijn doorgegaan.''

Zowel aan CoBO als aan Filmfonds zijn de bijdragen geheel terugbetaald. Dat was omdat Mees Kees op Kamp een succes in de bioscoop was, stelt Haarsma. Waarom dan toch zo'n verstrekkend onderzoek “dat zich richt op waarheidsvinding als er een vermoeden is van financiële criminaliteit zoals fraude, witwassen, financiering en terrorisme en corruptie'', vraagt de raadsvrouw zich af. 

De filmproducent vergeleek de verschillende kostenverantwoordingen als met de bouw van een huis. In de filmwereld is het gewoon dat meerdere financiers slechts aan een deel van de film meebetalen. “Dus je bouwt een huis waarbij een financier niet aan het dak mee wil betalen.'' Ook anders is dat na het gereedkomen van de film kosten veelal nog doorlopen. Aanleiding voor het onderzoek waren verschillen in de verantwoording door het productiebedrijf zoals geleverd aan CoBO en aan het Filmfonds. De verklaring aan het Filmfonds was gebaseerd op het grootboek van maart 2014 terwijl die aan het CoBO juist stoelde op een actuele administratie. En daarin waren ook kosten opgenomen die na maart 2014 gemaakt zijn. “Dit is een stigmatiserend onderzoek terwijl men wist dat er niets aan de hand was.''

Woord 'fraude' niet in rapport
Advocaat Jan Garvelink noemde onderkoelt de klacht 'vooral vorm, geen inhoud'. ,,De klager vindt dat hij gestigmatiseerd wordt, maar dat is niet door ons.'' Termen als 'financiële criminaliteit' of 'fraude' zijn juist door de twee accountants niet gebruikt. “In het rapport lees je niets van dat soort beschuldigingen terug.'' 

De klacht gaat niet over de cijfers, waar het in het rapport juist wel om draait. De specificaties die zijn opgestuurd naar CoBO en Filmfonds vertonen onderlinge verschillen. En er lijken kosten gedeclareerd die nooit gemaakt zijn. “Als je zegt: we kunnen dit allemaal verklaren, waarom doe je dat dan niet?'' Dat de opdrachtgever zich met de inhoud bemoeit zou hebben omdat een eerst definitief rapport toch een conceptversie werd, klopt niet. “Deze accountants zijn geen verlengstuk van hun opdrachtgever. Maar als die opdrachtgever verduidelijking wil, dan kan dat.'' 

En de vermoedens van fraude dan? Volgens advocaat Haarsma dacht men bij de omroep: waar rook is, is vuur. En sinds dit onderzoek loopt, wil men niet meer met de filmproducent samenwerken. “Je hoeft geen verdenking van financiële criminaliteit hebben om iets uit te zoeken'', reageerde advocaat Garvelink. “En ik benadruk nogmaals dat wij die verdenking ook nooit hebben uitgesproken.''

Er werkten twee accountants aan het onderzoek vanwege het 'vier-ogen-principe'. De eindverantwoordelijke registeraccountant zei dat het onderzoek zeker niet met een vooringenomen gevoel gestart was. “Ik heb ook zeer nadrukkelijk het woord 'fraude' vermeden.'' Er was ook helemaal niet het idee dat er gefraudeerd was, er waren alleen vragen over de cijfers die riepen om een antwoord. En dan was er ook nog het verwijt dat de verantwoordelijk accountant de vertegenwoordiger van CoBO kende omdat hij haar ooit heeft opgeleid. “Ik ontken stellig dat er een inbreuk op mijn objectiviteit was.''

De uitspraak: Accountants die subsidie Mees Kees onderzochten valt niets te verwijten

Gerelateerde artikelen