Faillissement Boer & Croon: “Accountant had nooit handtekening mogen zetten”

Het faillissement van het gerenommeerde adviesbureau Boer & Croon in 2014 dreunt nog na in de rechtszaal.

Curator Stephan van de Kant beschuldigt twee accountants van KMPG kort gezegd van ondeugdelijk werk bij de controle van de jaarrekeningen 2011 en 2012 en daagde ze voor de Accountantskamer.

Waar gaat het over? Vooral over de opname van ‘intern gecreëerde goodwill’ en daarmee samenhangende dividenduitkeringen en gebrekkige controle op de continuïteitsveronderstelling.

Wat betreft de ‘intern gecreëerde goodwill’. Binnen de stamboom van Boer & Croon Holding BV zijn op gegeven moment als het ware bordjes verhangen. Een (lege) BV van Boer @ Croon nam activiteiten van de Holding over. En vervolgens werd een post goodwill op de nieuwe balans in de jaarrekening gepresenteerd. Het leek een win-win-geval: partners cq aandeelhouders van Boer & Croon konden vroegtijdig cashen, nieuwe partners konden zich voor een lager bedrag inkopen. De partners kregen forse dividenden uitgekeerd, waarmee ze weer hun persoonlijke leningen bij de bank konden inlossen.

Die constructie doet de curator in het faillissement de wenkbrauwen fronsen. Wat hem betreft had de controlerend accountant van de jaarrekening 2011 nooit zijn handtekening mogen zetten onder de jaarrekening 2011, heeft hij zijn controle ten minste onvoldoende verantwoord en heeft hij ‘klakkeloos’ de methodiek van controle door Ernst & Young over voorgaande jaren overgenomen. 

Zijn collega bij KPMG heeft de jaarrekening 2012 onder handen genomen, maar daar vanwege die goodwill-constructie juist niet zijn handtekening onder gezet. Het was het jaar van een kantelpunt omtrent de regelgeving voor intern gegenereerde goodwill, vandaar. Maar die heeft volgens de curator ook te weinig controle-informatie opgenomen. Want, hoe kon het dat dat de balans bij Boer & Croon ineens omsloeg van plus een naar min tien miljoen. Had hij niet meer controle moeten verrichten en moeten verantwoorden naar de continuïteit van de organisatie, die wat het advieswerk in zwaarder weer verkeerde.

De íntern gegeneerde goodwill was volgens advocaat Femke van der Velden namens de accountants volgens de regels tot en met 2011 wel toegestaan, pas in 2012 ontstond er een kantelpunt, vandaar dat de tweede accountant van KPMG zijn handtekening onder de jaarrekening niet zette. Vanaf medio dat jaar werd ín de literatuur steeds meer de nadruk gelegd op de economische realiteit van deze transacties’, in plaats van de juridische constructie.

Auteur: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen