EY: één op de vijf zorginstellingen schrijft rode cijfers

Over 2015 schrijft één op de vijf zorginstellingen rode cijfers. Dit aantal zal naar verwachting toenemen als alle geestelijke gezondheidszorg (GGZ) instellingen hebben gedeponeerd. Dit blijkt uit de Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2016 en de bijbehorende financiële stresstest van EY. Dit jaarlijkse benchmarkonderzoek omvat de 1.050 jaarrekeningen van zorginstellingen die voor 1 juni zijn gedeponeerd.

Ook blijkt uit de benchmark dat van de tien subsectoren in de zorg drie sectoren een rendement van 1% of lager halen. Als de GGZ-instellingen hebben gedeponeerd zal dit oplopen tot vier sectoren. Zelfstandige behandelcentra hebben met 0,1% het laagste rendement van de subsectoren, hierna volgt jeugdzorg met 0,5% en de verpleging, verzorging en thuiszorg instellingen komen uit op 1.0%. Dit lage percentage betekent dat er weinig mogelijkheden zijn om buffers op te bouwen om te kunnen investeren en innoveren. Hierdoor ligt er een sterke focus op de financiële bedrijfsvoering. In totaal hadden de Nederlandse zorginstellingen een rendement van 1,7%, dit percentage zal nog verder dalen tot naar verwachting 1,5%.
 
Late deponeringen hebben negatief effect

De decentralisatie heeft gezorgd voor extra administratieve lasten en druk op financiële middelen, waardoor meer instellingen dan ooit tevoren de deadline van 1 juni niet hebben gehaald. De late deponeringen zullen een negatief effect hebben op het uiteindelijke rendement zoals dat ook vorig jaar het geval was (van 2,0% naar 1,7%).
 
Het lagere rendement komt door de effecten van de decentralisatie bij de care en jeugdzorg, maar ook door de invoering van de integrale tarieven bij de ziekenhuizen. Dit is het derde jaar op rij dat het rendement daalt. In 2013 was het rendement nog 1,8%, over 2014 was dat 1,7% en 2015 zal naar verwachting rond de 1,5% uitkomen. Rob Leensen, partner Health Care bij EY: “Eigenlijk zou je door beide effecten een nog sterkere daling van het rendement verwachten. Meevallers vanwege afrekeningen van oude jaren bij ziekenhuizen en nagekomen beschikbaarheidsbijdragen spoedeisende hulp en acute verloskunde zorgen echter voor eenmalige baten, die het totale rendement nog behoorlijk hebben opgetrokken.”

Stresstest

EY voert jaarlijks een stresstest uit om inzicht te krijgen in de financiële positie van zorginstellingen. Van de tien subsectoren hebben de jeugdzorg en ouderenzorg als gevolg van de decentralisatie, geheel conform verwachting, een stapje terug moeten doen in de stresstest. De academische ziekenhuizen, de gehandicaptenzorg en de Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s) doen het onverminderd goed, alhoewel voor de RIBW’s voor de komende jaren een sterke daling wordt verwacht. De overige sectoren zijn gelijk gebleven of gestegen. De meeste geïntegreerde GGZ-instellingen hebben hun jaarcijfers over 2015 nog niet gedeponeerd. Daardoor geven de gepresenteerde uitkomsten een te positief beeld.
 
Verwachtingen voor 2016

In 2015 zit de Nederlandse gezondheidszorg in het laatste jaar van de grootste transitie sinds de jaren zestig. De gevolgen van deze transitie en de decentralisatie zullen volgend jaar ook nog druk uit oefenen op de op financiële performance van zorginstellingen, met name bij RIBW’s is onze verwachting. Leensen: “De transitie zit erop en daarmee ook de overgangsregelingen en afrekeningen van oude jaren. De resultaten over 2016 zullen daarmee meer dan ooit te voren een weergave worden van de operationele financiële performance van zorginstellingen. Wij verwachten dat dit geen positief effect zal hebben op het rendement en zal dalen tot onder de kritische grens van 1,5%.”

• Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2016

Gerelateerde artikelen