EY: Geen belangenverstrengeling bij aanbestedingen WBL

In een deze week aan Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) aangeboden rapport concludeert EY dat voormalig bestuurder Toine Gresel van Waterschap Peel en Maasvallei zich niet heeft bemoeid met het gunnen van opdrachten aan het communicatiebedrijf C-Community, waar hij een betaalde bijbaan had. Wel verliep de aanbestedingsprocedure van een aantal opdrachten ‘niet geheel volgens de regels’.

Het onderzoek is verricht in de context van het terugtreden van voormalig bestuurder Toine Gresel, als gevolg van onbedoelde schijn van belangenverstrengeling. Conclusie is dat een daadwerkelijke belangenverstrengeling niet is gebleken en er geen sprake is van een integriteitschending.

Uit nauwkeurig onderzoek van de administratie blijkt tegelijkertijd dat een aantal opdrachten niet volgens de vastgestelde procedure is verlopen. Het bestuur heeft maatregelen vastgesteld ter versterking van het toezicht op de naleving van de interne regels. De bevindingen van het oriënterend onderzoek geven geen aanleiding voor verder verdiepend onderzoek.

Eind april bleek Toine Gresel, de voormalige voorzitter van Waterschap Peel en Maasvallei en tevens vicevoorzitter van dochterorganisatie WBL, een personal-coach-relatie te hebben met de eigenaar van C-Community, een adviesbureau waaraan WBL in de afgelopen jaren diverse communicatieopdrachten heeft verstrekt. Uit zorgvuldigheidsoverwegingen heeft Jan Schrijen, voorzitter van WBL opdracht gegeven voor een onafhankelijk onderzoek naar de feitelijke gang van zaken bij de opdrachtverlening. Daarbij is de administratie van WBL nauwkeurig onderzocht.
 
EY concludeert geen informatie te hebben ontvangen, die erop zou duiden dat de nevenfunctie van Gresel bij C-Community (mede )aanleiding zou zijn geweest voor de opdrachtverstrekking. Op basis van de analyse van de opdrachtverstrekking en facturatie is niet gebleken van daadwerkelijke belangenverstrengeling ten gevolge van de betrokkenheid van Toine Gresel bij WBL en C Community en is er uit dien hoofde geen sprake van een integriteitschending.

Tegelijkertijd stelt EY vast dat de gevolgde procedure van opdrachtverlening, ten aanzien van zowel inhoud als de tijdigheid van het opstellen van verantwoordingsformulieren en het gebruik van hardheidsclausules niet in alle gevallen conform de vastgestelde procedure is verlopen.

Het gaat om opdrachtverlening zonder dat de offerte beschikbaar was, alsook het achteraf invullen van verantwoordings¬formulieren. Het bestuur acht dit niet gewenst. In 2014 is WBL al gestart met centralisatie van de inkooporganisatie, die in januari 2015 is ingezet. Als gevolg van het onderzoek worden de procedures verder aangescherpt.

Voorzitter Jan Schrijen over het onderzoek: ‘Het rapport van Ernst & Young geeft helder antwoord op onze vragen ten aanzien van de vermeende belangenverstrengeling, maar ook een gedetailleerd inzicht in de navolging van de inkoop- en aanbestedingsprocedures binnen WBL. Er worden dan ook maatregelen doorgevoerd ter versterking van het toezicht op naleving van de regels en ter vergroting van het bewustzijn bij de medewerkers van het belang hiervan.’

• Onderzoeksrapport EY

Gerelateerde artikelen