Executeur-testamentair niet aansprakelijk voor door broer niet betaalde erfbelasting

25 oktober 2016

Gerechtshof Den Haag heeft geoordeeld dat een executeur-testamentair niet aansprakelijk is voor het niet betalen van erfbelasting en heffingsrente door zijn broer.

De moeder van een particulier is in 2011 overleden. De man is evenals zijn twee zussen en broer erfgenaam en is aangewezen als executeur-testamentair. Hij heeft tot het juiste bedrag aangifte erfbelasting gedaan en de erfbelasting is tot het juiste bedrag geheven. De broer heeft het door hem verschuldigde bedrag van de erfbelasting en heffingsrente (€ 2.964 + € 136 = € 3.1000) echter niet voldaan. De executeur-testamentair is hiervoor op grond van artikel 47 IW 1990 door de ontvanger aansprakelijk gesteld (executeursaansprakelijkheid). In geschil is of dit terecht is.

Ingevolge artikel 47, tweede lid, IW 1990 geldt de executeursaansprakelijkheid niet voor zover een executeur aannemelijk maakt dat het niet aan hem te wijten is dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven. Deze bepaling is op 1 januari 2012 in werking getreden. Er is niet voorzien in een overgangsregeling. Derhalve heeft de bepaling onmiddellijke werking en geldt zij ook voor erfbelasting die weliswaar vóór 1 januari 2012 materieel verschuldigd is geworden maar pas na die datum is geheven, oordeelt Gerechtshof Den Haag.

Volgens Gerechtshof Den Haag is van een bewust dan wel een onzorgvuldig handelen van de executeur als gevolg waarvan de materieel verschuldigde erfbelasting niet of niet volledig is geheven in dit geval geen sprake. De executeur-testamentair is daarom niet aansprakelijk voor de van zijn broer geheven doch door deze niet betaalde erfbelasting. Dit geldt ook voor de heffingsrente.