Ex-deurwaarder dient zevende klacht in [15/2729]
Hoe vaak mag je klagen bij de Accountantskamer? Een uit het vak gezette deurwaarder diende een zevende klacht in tegen twee accountants die zijn praktijk onderzochten. Volgens de raadsvrouw van beklaagden misbruikt de ex-deurwaarder het tuchtrecht.
De deurwaarder is in 2009 eerst geschorst en ten slotte in december 2010 uit zijn ambt gezet door de Kamer van Gerechtsdeurwaarders, na een klacht van het Bureau Financieel Toezicht. Drie accountants van het BFT constateerden onregelmatigheden met de derdenrekening. De klager meent echter dat de accountants beter naar zijn stukken hadden moeten kijken. En hadden ze dat gedaan, dan waren ze nooit tot deze conclusie gekomen. Eerdere klachten van hem zijn of ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Deze zevende klacht gaat over de weigering van het BFT om alle stukken te verstrekken. Dat terwijl het BFT eerder aangaf hem alles verstrekt te hebben. ‘Meer is er niet’, zei de raadsvrouw van beklaagden.
De klager noch zijn advocaat waren maandag verschenen. De raadsvrouw van beklaagden kon wel wat redenen verzinnen voor deze afwezigheid. Een ervan was dat de klager zelf al inzag geen schijn van kans te hebben met zijn klacht. ‘Het blijft maar doorgaan. Ieder heeft het recht een tuchtklacht in te dienen maar deze klager heeft de grens overschreden. Steeds weer opnieuw dient hij onjuiste en ongefundeerde klachten in.’
Vonnis
Een ex-deurwaarder die voor de zevende keer de weg naar de Accountantskamer aflegde, maakt misbruik van het tuchtrecht. Zijn klacht is mede daarom niet-ontvankelijk verklaard, blijkt maandag uit een vonnis van de tuchtrechter.
De deurwaarder is in 2009 eerst geschorst en ten slotte in december 2010 uit zijn ambt gezet door de Kamer van Gerechtsdeurwaarders, na een klacht van het Bureau Financieel Toezicht. Er bleek sprake van een tekort van circa 80.000 euro op zijn derdenrekening. Hij diende vervolgens herhaaldelijk klachten in tegen accountants van het Bureau Financieel Toezicht. In maart diende de zevende klacht die inhield dat het BFT weigerde alle stukken te verstrekken. In een brief op zijn verzoek opnieuw stukken te sturen, reageerde het BFT al dat hij alles heeft waarover het bureau in deze procedure ook beschikt. Sterker nog, hij kreeg stukken opgestuurd die van hemzelf afkomstig waren. De twee beklaagde accountants stelden ook dat de klager weet dat hij niet bij hen, maar bij het BFT moet zijn met zijn klacht. De Accountantskamer ziet dit verzenden van stukken als ‘een herhaling van zetten’.
Een klager maakt misbruik van het tuchtrecht als het indienen van een klacht “in verband met de betrokken belangen van de accountant achterwege had behoren te laten”. Zoiets is het geval als de klager zijn klacht baseert op feiten waarvan hij de onjuistheid kende of moest kennen. Dit alles is van toepassing op de bewuste klager en deze ‘herhaling van zetten’. Dat het BFT of de beklaagden niet alle informatie verstrekt hebben, heeft de klager niet aannemelijk gemaakt. Bovendien mag iemand niet twee keer voor hetzelfde voor de rechter gedaagd worden. De klacht is daarom niet-ontvankelijk, aldus het vonnis.
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]