Ex-bestuurder klaagt over waardering bedrijf

De ex-bestuurder van een BV daagde vrijdag een accountant voor de tuchtrechter omdat hij de onderneming op liquiditeitswaarde had moeten waarderen. Volgens de accountant kon dat niet. Van een aanstaand faillissement was zeer zeker geen sprake.

Dat bleek vrijdag tijdens de zitting in de accountantskamer. De klager was bestuurder van enkele BV’s uit een conglomeraat van 120 ondernemingen, zo stelde hij. De zaak draait om een geheim te houden afspraak die bestuurders met banken maakten. Het ging hier om een zogeheten stand-still voor de duur van twee jaar. Gedurende die periode zouden de banken over een lening geen rente heffen en zouden ze geen aflossingen opeisen. De onderneming gebruikte die periode om de vastgoedportefeuille ‘gecontroleerd af te bouwen’, zo stelde de RA. Volgens de ex-bestuurder ging het hier juist om een ‘gecontroleerd faillissement’.

Hij noemde het verbazingwekkend dat de accountant ‘doodleuk een continuïteitsveronderstelling vermeldde in de jaarstukken’. Dat het bedrijf nog niet failliet is, komt volgens hem omdat een project nog niet is afgerond. Voor dat project was medewerking nodig van de gemeente Zeist en ProRail en die zou er mogelijk niet komen als het bedrijf failliet was.

De ex-bestuurder tekende de jaarrekening niet. "Het past niet om jaarstukken te tekenen gebaseerd op een continuïteitsveronderstelling. Dit is voor mij aanzetten tot paulianeus handelen.” De afspraak rond de stand-still ging echter verder, zei de accountant in zijn verweer. Zo was overeengekomen dat de hoofdaandeelhouder voor 2 miljoen euro aan onroerend goed zou afnemen. "Dan kan het niet zo zijn dat je bezig bent met de aanvraag van een faillissement.” Ook in gesprekken met de directie is nooit gesproken over een faillissement, aldus de RA. Wel zouden de kosten teruggebracht worden. Een van de gevolgen daarvan was dat personeel ontslagen werd, waaronder de klager in deze zaak.

Vonnis over 15 weken.

14/2715

Gerelateerde artikelen