Ex-ambtenaar Rotterdam klaagt accountants KPMG aan

Het project Jeugdwerkloosheid regio Rijnmond dat liep van 2009 tot medio 2011 was een bijzondere en tijdelijke crisismaatregel, met afspraken die afweken van de normale praktijk. Daar hebben de accountants die onderzoek deden naar de handel en wandel van een voormalig ambtenaar van de gemeente Rotterdam onvoldoende oog voor gehad.

Zo luidt, kort gezegd, het betoog van de vroegere budgethouder voor het project maandag voor de Accountantskamer, waar hij een klacht heeft ingediend tegen vier registeraccountants van KPMG. In een civiele procedure heeft de rechtbank Rotterdam mede op grond van hun rapport bepaald dat de voormalige ambtenaar en aan hem gelieerde vennootschappen ruim 1,5 miljoen euro moeten terugbetalen aan de gemeente Rotterdam. Eerdaags wordt de uitspraak van het hoger beroep in deze zaak bij het Hof in Den Haag verwacht.

De tuchtrechter moet beoordelen of de accountants hun werk goed hebben gedaan. Volgens de ambtenaar is dat niet het geval. Ze zouden onder andere te weinig onderbouwing hebben gegeven voor hun conclusies en hem onvoldoende om weerwoord hebben gevraagd.

Tussenstation

De voormalige ambtenaar heeft bevriende kennissen met BV’s gevraagd om als tussenstation te fungeren. Die tussenstations dienden facturen in, die door dezelfde ambtenaar namens Rotterdam werden geaccordeerd. Daarna stuurde de ambtenaar het tussenstation een factuur namens zijn eigen vennootschap voor een iets lager bedrag.  Het geld, bedoeld voor bestrijding van de jeugdwerkloosheid zou dus zijn toegevloeid naar de ambtenaar, zonder dat er prestaties tegenover stonden en op basis van onjuiste facturen, zo luidde de conclusie van KPMG.

Volgens de ambtenaar is er echter niks mis met zijn handelswijze. Hij had de afspraak met zijn werkgever dat hij een dag in de week aan zijn eigen commerciële activiteiten mocht besteden, als hij maar geen opdrachten van diezelfde gemeente aannam. Zijn opdrachtgever was echter ‘regio Rijnmond’. Hij zou toestemming gehad hebben om ‘tussenstations’ in te schakelen, en zijn leidinggevende van destijds zou van de hoed en de rand geweten hebben. Hij zou wel degelijk als ondernemer werk hebben verricht voor het project, zoals overleg en werkbezoeken in het buitenland.

Zonder vragen

Het kon allemaal omdat er een zeer beperkte verantwoordingsplicht bestond. Coördinator van het regionale project, de gemeente  Rotterdam hoefde voor de subsidie van het Rijk alleen maar het aantal te werk gestelde jongeren op te geven. Zo werkte dat verder door in de keten: facturen werden betaald aan de tussenstations zonder vragen over verrichte prestaties. De tussenstations werden ingeschakeld vanwege de snelheid: zij kregen op basis van algemene facturen een klap geld, die ze snel konden doorsluizen naar projecten in de regio. Niet alleen aan de vennootschappen van Van de Vrie, maar ook naar andere projecten.

De accountants van KPMG blijven achter hun rapport staan. De nadere toelichting die de ambtenaar hun op verzoek heeft gegeven was ‘doorgaans onverifieerbaar, weinig specifiek, in strijd met overige bevindingen’, zegt hun raadsvrouw F.C.M. van der Velden. De accountants hebben niet kunnen vaststellen of en welke prestaties er werkelijk zijn geleverd. En de vraag is gerezen of de ambtenaar voor die werkzaamheden niet al betaald werd uit zijn salaris voor de gemeente Rotterdam.

De uitspraak van de Accountantskamer volgt over vijftien weken, of meer.

(Zaaknummers 16/2542, 16/2543/ 16/2544, 16/2545)

Uitspraak in de civiele procedure: ECLI:NL:RBROT:2015:6302

 [Door: Petra van Walraven/ Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen