EU-verbod op vernietigen onverkochte kleding

De EU-lidstaten willen een verbod op het vernietigen van onverkochte kleding en schoenen.

Ook zijn ze het in Brussel eens geworden over regels voor het duurzaam ontwerpen van nieuwe producten. Het doel is dat er minder spullen worden weggegooid en er efficiënter wordt omgesprongen met grondstoffen.

De Europeaan koopt elk jaar gemiddeld ongeveer 26 kilo textiel en gooit circa elf kilogram weg. Miljoenen tonnen afgedankte kleding komen terecht in de verbrandingsoven of op stortplaatsen.

Het midden- en kleinbedrijf krijgt in de beoogde wet een overgangsperiode van vier jaar voor het verbod op het vernietigen van onverkochte kleding van kracht wordt. Kleine bedrijven met minder dan vijftig werknemers worden helemaal uitgezonderd.

Er zullen de komende jaren stapsgewijs ontwerpeisen worden gesteld aan verschillende productgroepen, te beginnen bij de textielsector. Het gaat om eisen aan bijvoorbeeld de levensduur van producten, de repareerbaarheid, de herbruikbaarheid of de recyclebaarheid. De textielsector is nu nog erg vervuilend omdat er veel grondstoffen en chemicaliën worden gebruikt voor het produceren van kleding en afgedankte kleding nauwelijks wordt gerecycled.

"Hoe fijn is het als spullen langer meegaan en ze niet na een keer gebruiken al de prullenbak in gaan", zegt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu). "Door in de ontwerpfase al goed na te denken over duurzaamheid, gaan producten langer mee en zijn er minder grondstoffen nodig voor de productie. Dat scheelt mensen geld en is ook nog eens goed voor het milieu." Volgens haar heeft Nederland hard gelobbyd voor de beoogde wet.

Het zogeheten Ecodesign-wetsvoorstel van de Europese Commissie moet ook door het Europees Parlement worden goedgekeurd.