Europese economie: goed rapport voor voormalig zittenblijver

Deze week kwam er een bak met cijfers over de Europese economie uit. Het rapportcijfer dat daaruit rolt is hoog, voor een voormalig zittenblijver dan.

De economie groeide in het eerste half jaar van 2017 fors. Ten opzichte van een jaar eerder steeg het BBP met 2,1 procent in het tweede kwartaal, de sterkste groei sinds 2011. De lage inflatie heeft een positief effect op de consumptie, die ook geholpen wordt door het hoogste consumentenvertrouwen sinds 2001. Detailhandelsverkopen stegen in juni jaar-op-jaar met 3,1 procent, wat aangeeft dat de groei in de eurozone door de binnenlandse bestedingen geholpen wordt.

Investeringen verbeteren ook fors nu het vertrouwen in de eurozone gestegen is en de bezettingsgraden vrij hoog zijn. De industrie begint eindelijk aan te trekken, nadat alle seinen al een tijd op groen stonden voor de productie, met hoog producentenvertrouwen en sterkere nieuwe orders. Ook positief is het werkloosheidscijfer, dat tot 9,1% daalde in juni. Het aantal werklozen daalde in de eerste helft van het jaar met 910 duizend en de vooruitzichten voor de werkgelegenheid blijven goed in de eurozone. De euro blijft dan ook aansterken. De euro-dollar staat inmiddels rond de 1,18. Al daalt deze op het moment van schrijven dankzij een sterker dan verwacht Amerikaans banencijfer.

Naast economische data, werd deze week ook de Eurobarometer voor het eerste half jaar uitgebracht. Ondanks de onrust omtrent de eurosceptische stem bij recente Europese verkiezingen, zijn de Europeanen in het eerste halfjaar van 2017 positiever over de EU en de euro geworden. Vooral opvallend is dat Fransen, Nederlanders en Oostenrijkers een stuk optimistischer geworden zijn na afloop van de verkiezingen waarbij eurosceptische politici een prominente rol vertolkten. Steun voor de euro steeg in de eurozone naar 73 procent. Het vertrouwen in de EU steeg naar het hoogste niveau sinds 2011, al is dat nog steeds slechts 42 procent.

Zo lijkt het verhaal over Europa in de afgelopen maanden met 180 graden te zijn gedraaid. Van ten dode opgeschreven unie naar positieve verrassing van de wereldeconomie. Beide kanten van het verhaal lijken wat overdreven, maar na ongeveer een decennium aan ellende klinkt het al snel goed. De huidige groei van ongeveer twee procent voor de eurozone is historisch gezien zeker niet uitzonderlijk sterk te noemen. Ook zijn de investeringen in de economie nog lang niet op het peil van voor de crisis en is de werkloosheid in sommige landen nog altijd torenhoog.

Ook de politieke opluchting lijkt wat overtrokken. Interessant is dat het vertrouwen in de EU in de Centraal Europese landen juist daalde en dat het ook in Italië en Griekenland laag blijft. Italië en Hongarije hebben volgend jaar verkiezingen en ook in Griekenland zou aanhoudend negatief sentiment ten opzichte van de euro impact kunnen hebben op het beleid. Dat geeft aan dat de politieke risico’s voor de markten zeker niet van tafel zijn. Maar vooralsnog overtreft de eurozone de meeste verwachtingen, al zijn die na een zeer zwakke periode dan ook niet erg hooggespannen.

Bron: ING