Europese CFO optimistisch gestemd over economie
Optimisme
Terwijl in de VS en China (traditioneel de groeimotoren van de wereldeconomie) het optimisme juist afnam, houdt het opkrabbelend economisch vertrouwen onder financieel directeuren in Europa stand aan het einde van dit jaar. Zowel het aantal optimisten (42%) alsook het gemiddelde optimisme peil (58 op een schaal van 100) blijven beiden gehandhaafd op het niveau van het vorig kwartaal.
Ruim de helft van de Europese CFO’s zegt ook optimistischer te zijn over de vooruitzichten van het eigen bedrijf. Bijna 55% van de CFO’s zag in 2015 de groei in bedrijfsproductiviteit accelereren, wat in veruit de meeste gevallen wordt toegedicht aan automatisering en aanpassingen in bedrijfsprocessen. Ruim de helft geeft echter aan dat de introductie van een nieuw business model ook heeft bijgedragen aan deze groeiversnelling.
Volgens Kees Koedijk, directeur en decaan van TIAS, is dit niet zo vreemd: "Tegenwoordig is het landschap waarin bedrijven opereren continu onderworpen aan disruptieve verandering. Dat vraagt logischerwijs om vernieuwing in traditionele business modellen. Maar dat niet alleen, het vergt ook heel wat aan investeringen. Zo zegt ruim 45% van de CFO’s dat er relatief meer geïnvesteerd moet worden om de veranderingen binnen de branche bij te kunnen benen. Daarin zit echter ook meteen een potentieel risico. Als er namelijk te weinig wordt geïnvesteerd kan dat op termijn leiden tot veroudering van (vaste) activa en productiemiddelen". 44% van de CFO’s ziet dit nu al gebeuren waarbij ruim een derde van deze groep zelfs aangeeft dat dit een remmende werking heeft op de huidige productiviteitsgroei van hun bedrijf.
Vluchtelingenproblematiek
62% van de ondervraagde CFO’s denkt dat de huidige vluchtelingencrisis voor Europa een grotere uitdaging vormt dan de economische crisis. Bijna 80% vindt dat de huidige situatie een ontwrichtende werking heeft op de sociale samenhang binnen Europa en ruim de helft denkt dat er ook spanningen ontstaan op de arbeidsmarkt, mogelijk veroorzaakt door arbeidsconcurrentie, -verdringing en loondruk. Toch gelooft zo’n 43% nauwelijks tot niet dat de vluchtelingencrisis een negatieve impact op de economie zal hebben, als gevolg van bijvoorbeeld stijgende overheidsuitgaven, uitkeringen en sociale kosten.
Integendeel zelfs, meer dan de helft van de financieel directeuren is ervan overtuigd dat de migrantencrisis op termijn wel degelijk mogelijkheden biedt. Zo denkt 54% van hen dat de economische impact juist positief kan uitpakken doordat grotere vraag kan ontstaan naar producten en diensten. Ook ziet 56% de potentie om met behulp van de stroom migranten de dreigende demografische uitdagingen van Europa (o.a. vergrijzing, de krimpende arbeidspopulatie en stijgende vraag naar zorg) het hoofd te bieden.
Er moet hoe dan ook nog veel gebeuren. Ruim 80% van de CFO’s is namelijk van mening dat Europese leiders de vluchtelingenproblematiek verkeerd aanpakken. De crisis moet op EU-niveau worden gecoördineerd in plaats van op nationaal niveau, zegt 85%. Daarnaast vindt 43% van de ondervraagden dat Europese landen meer vluchtelingen zouden moeten toelaten terwijl bijna 70% zegt dat Europese landen ook financieel meer moeten bijdragen. Ruim een derde van de bedrijven is bereid om vluchtelingen aan te nemen om daarmee ook zelf te kunnen helpen de huidige crisis te verlichten.