Europa ziet de voordelen van Open Data
Wat ‘open data’ is, vraagt u?
Open Data is de term voor (overheids-)data, die op eenduidige manier elektronisch beschikbaar worden gesteld, op een dusdanige wijze dat programmeurs er direct en vrij voor allerlei toepassingen gebruik van kunnen maken. Open data faciliteren/faciliteert vooral interoperabiliteit, het vermogen van diverse systemen en organisaties om samen te werken. Vanuit (combinaties van) dit soort data kunnen, door de markt én door overheden, veel nieuwe soorten diensten en apps ontwikkeld worden.
Nederland heeft sinds enkele jaren een positief open-databeleid geformuleerd, en blijkt volgens een gisteren verschenen rapport van CapGemini aardig op weg in de reis naar echt open data.
Uit “Open Data Maturity in Europe 2016: Insights into the European state of play” blijkt dat 81% van de Europese lidstaten (plus Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein, de 28+ landen) nu een specifiek Open-Data beleid hebben geformuleerd, meer dan de 69% van vorig jaar.
Sinds 2 jaar wordt jaarlijks voor de Europese Commissie geïnventariseerd hoe het staat met de ‘open data maturity’ in de unie, op basis van twee criteria, Open Data Readiness en Portal Maturity. Het rapport onderscheidt daarbij Beginners, Followers, Fast Trackers en Trend Setters.
Ons land wist zijn overall volwassenheid te verbeteren met 18,7% tot 78,7% en trad daarmee samen met Ierland (dat zijn score met 36,3% verbeterde tot 79,9) toe tot de groep Trend Setters. Deze groep wordt aangevoerd door Spanje (91,4%) en Frankrijk ( 85,8%), Oostenrijk (78%) was al lid.
De belangrijkste barrière in ons land tegen nog vrijer gebruik van Open Data is de angst dat daardoor de privacy van mensen in gevaar komt.