EU regelgeving rond gegevensbescherming zal nuttige toepassing Big Data beperken
Door over te gaan van principle-based op prohibition based regels, worden innovatieve toepassingen per definitie verboden.
Tot op heden is de Europese regelgeving rond bescherming en beveiliging van data altijd principle-based geweest, waarschuwt dr Sachiko Scheuing, voorzitter van FEDMA, de Federation of European Direct and Interactive Marketing. Door de nieuwe richtlijnen te baseren op ‘prohibitions’ dreigt de EU zijn eigen concurrentiepositie te beschadigen, ondermijnt het de eigen internet-sector en maakt het investeren in innovatieve toepassingen van bijvoorbeeld Big Data onaantrekkelijk.
In tegenstelling tot de benadering van de Data Protection Directive uit 1995, zal de aanstaande Richtlijn meteen van kracht worden in alle lidstaten, en alle toepassingen in feite verbieden die niet expliciet als toegestaan genoemd worden in de Richtlijn.
Dat betekent dat de Richtlijn steeds snel ‘verouderd’ zal zijn en innovatie zal hinderen. En dat wanneer een van de grote spelers of een startup wil investeren in bijvoorbeeld een nieuwe mobiele of internet-toepassing, dezen niet meteen aan Europa zullen denken als vestigingsplaats.
Daarnaast klaagt dr Scheuing over de enorme hoeveelheid regels en verplichtingen die Brussel afscheidt, en die het niet gemakkelijker maken voor haar collega’s – denk aan de cookie-wetten en de E-Privacy Directive, of het "right to be forgotten".
"Met principle-based verordeningen mag je nieuwe dingen doen, zolang je ervan overtuigd bent dat je niet zondigt tegen de principes. Bij prohibition-based wetgeving is alles in principe illegaal, behalve wat in de wet als legaal wordt aangemerkt.”
Waar dat in de praktijk toe leidt is evident: toen werk aan de nieuwe GDPR begon, in 2012, sprak nog niemand over Big Data. Laat staan dat we toen al konden voorzien hoe je die Big Data gebruiken kunt.
Meer zorgen over regels en regelgeving via computing.co.uk/