Erfgenamen gebonden aan vaststellingsovereenkomst

Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat een vaststellingsovereenkomst die enkele erfgenamen hebben gesloten met een Belastingdienst rechtsgeldig is.

De erfgenamen van een overleden zus hebben gebruik gemaakt van de inkeerregeling en aan de Belastingdienst melding gemaakt van een Zwitserse bankrekening. Gebleken is dat dit vermogen nagenoeg geheel afkomstig was uit de nalatenschap van de in 2001 overleden vader van de erfgenamen. Hij beschikte bij zijn overlijden over niet verantwoord buitenlands vermogen.

De erfgenamen hebben met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst gesloten. Uit praktische overwegingen wordt op basis van deze overeenkomst een totaalbedrag aan inkomstenbelasting, heffingsrente en successierecht middels één navorderingsaanslag IB/PVV 2007 geheven. De erfgenamen stellen tevergeefs dat geen rechtsgeldige vaststellingsovereenkomst is gesloten.

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat tussen partijen rechtsgeldig een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW tot stand is gekomen. Dat de toenmalige adviseur destijds geen toelichting aan de erfgenamen heeft verstrekt en dat zij de overeenkomst hebben ondertekend zonder deze verder door te lezen, doet hieraan niet af.

De vaststellingsovereenkomst heeft ook betrekking op het van de vader na te vorderen bedrag aan IB/PVV 2001, aldus het gerechtshof. Dat blijkt uit de aanbiedingsbrief van de belastinginspecteur aan de toenmalige gemachtigde en uit de bij de vaststellingsovereenkomst gevoegde bijlage met specificatie per jaar. Het in één navorderingsaanslag vervatten van door twee belastingplichtigen verschuldigde belasting ter zake van verschillende belastingmiddelen is volgens het gerechtshof voorts niet zozeer in strijd met het recht dat niet op nakoming ervan mag worden gerekend.

Het gerechtshof oordeelt ten slotte dat de erfgenamen gebonden zijn aan een non-beroepsclausule in de overeenkomst. Het komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het geschilpunt of de navorderingsaanslag (voor wat betreft de verschuldigde IB/PVV 2001 en het successierecht) na het verstrijken van de navorderingstermijn is opgelegd.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen