Eigenrisicodragen of UWV?
Publiciteit
Er wordt de laatste tijd veel geschreven over dit thema. Waarom staat de keuze tussen eigenrisicodrager en UWV zo in de belangstelling? Welke keuzes moeten uw relaties maken en wanneer moeten zij dat doen?
De belangstelling voor dit onderwerp heeft alles te maken met de aangekondigde maatregelen gericht op ‘verbetering van de hybride WGA’ per 1-1-2017. Het gaat om 4 maatregelen. Eigenrisicodragen heeft vanaf 1-1-2017 zowel betrekking op WGA-uitkeringen van vaste werknemers (WGA-vast) als op WGA-uitkeringen van tijdelijke (flexibele) werknemers (WGA-flex). Bestaande uitkeringen hoeven niet meer mee te worden genomen als eigenrisicodrager. Terugkeer naar het UWV wordt duurder in verband met een hogere premie en de verblijfduur’ bij het UWV wordt 3 jaar.
Bestaande eigenrisicodragers moeten dit jaar een keuze maken om het extra (WGA-flex) risico ‘erbij te nemen’ of om terug te keren naar het UWV. Dat laatste gebeurt overigens automatisch als de werkgever het extra risico niet wil dragen. Het ‘achter kunnen laten van bestaande lasten’, kan voor bedrijven die eerder al voor het UWV gekozen hebben, aanleiding zijn om een nieuwe afweging te maken. Dat kan maar hoeft niet perse dit jaar.
Eigenrisicodragen of UWV?
Ook uw relaties zullen zich de vraag stellen: eigenrisicodragen of UWV? Wat houdt deze keuze eigenlijk in en welke consequenties zijn hieraan verbonden?
De algemene uitgangssituatie is dat werknemers (naast de WW) verzekerd zijn voor de ZW en de WIA.
De optie ‘UWV’ is de algemene uitgangssituatie waarbij het UWV de uitkeringen verstrekt en de werkgever de premie betaalt. Het UWV voert alle wettelijke taken uit en is verantwoordelijk voor re-integratie. Werkgevers kunnen een deel van de premie verhalen op werknemers.
Bij het UWV ervaren (grotere) werkgevers de financiële prikkel van premiedifferentiatie ZW en WGA. Deze prikkel werkt vooral tijdens de eerste 2 ziektejaren waarin de werkgever volledig financieel verantwoordelijk is voor de loondoorbetaling bij ziekte. De werkgever heeft een financieel belang om ZW- en WGA-instroom zoveel mogelijk te voorkomen omdat dit leidt tot een lagere publieke premie. Daarnaast heeft de werkgever belang bij een correcte bepaling (en dus controle) van de gedifferentieerde premie ZW en WGA, juiste ZW en WGA-beoordelingen en tijdige herbeoordelingen van de mate van arbeidsongeschiktheid. De werkgever kan daarop invloed uitoefenen door gebruik te maken van zijn recht van bezwaar en beroep en het recht om zelf een herbeoordeling aan te vragen.
Eigenrisicodragen is mogelijk voor de ZW, WGA en de WW (alleen voor overheidswerkgevers. Dat laatste valt buiten het bestek van deze beschouwing. Eigenrisicodragers nemen de uitkeringen van het UWV over en krijgen daarvoor vrijstelling van de publieke ZW en/of WGA-premie. De werkgever kan een deel van de kosten verhalen op werknemers.
De werknemers blijven verzekerd bij het UWV. Hun uitkeringsrechten zijn immers publiekrechtelijk gewaarborgd. Werkgevers kunnen 2 maal per jaar een aanvraag doen bij de belastingdienst om eigenrisicodrager te worden. Dat kan per 1 april en 1 oktober waarbij het eigenrisicodragen ingaat per 1 juli dan wel 1 januari. Behalve voor overheidswerkgevers is voor eigenrisicodragen WGA een garantstelling nodig. Voor de ZW is geen garantstelling vereist, maar uitsluitend een verklaring verzuimbegeleiding. Als eigenrisicodrager neemt de werkgever een aantal wettelijke taken en bevoegdheden over van het UWV. De belangrijkste is de re-integratieverantwoordelijkheid en de sanctiebevoegdheid. Naast de wettelijke verantwoordelijkheid heeft de eigenrisicodrager uiteraard ook een financieel belang bij re-integratie. Hoe sterk dat belang is hangt ervan af of de uitkeringen zelf worden betaald of dat het risico geheel dan wel gedeeltelijk verzekerd wordt. Als een werkgever overweegt om eigenrisicodrager te worden moet de ondernemingsraad dan wel de personeelsvertegenwoordiging daarbij betrokken te worden.
Het advies
Door de complexiteit van de wet- en regelgeving rondom eigenrisicodrager of UWV, en de vele afwegingen die moeten worden gemaakt, is een goed advies van groot belang. Maar wat is een goed advies en welke elementen moeten daarin zitten en bij wie moet uw relatie daarvoor zijn?
Alle overwegingen zijn uiteindelijk gebaseerd op de geldende wet- en regelgeving. Daarom verdient het aanbeveling om te beginnen met een beschrijving en vertaling van de wet- en regelgeving naar de specifieke situatie van de werkgever. Daarmee ontstaat een beeld van wat de keuze eigenrisicodrager of UWV inhoudt, wat de voorwaarden zijn , welke de risico’s daaraan verbonden zijn, wat de wettelijke mogelijkheden zijn om risico’s te beperken en wat de rechten en plichten zijn in bijzondere situaties. Maar ook de samenhang in wetgeving dient beschreven te worden zoals het logisch verband tussen eigenrisicodragen ZW en eigenrisicodragen WGA-flex.
Daarna volgt de financiële analyse. Deze volgt logischerwijs op de ‘wettelijke analyse’ omdat de wet- en regelgeving de omvang van (een groot deel van) de risico’s bepaalt en tevens bepaalt wat de (wettelijke) mogelijkheden zijn om deze te beïnvloeden cq. te beperken. De financiële analyse dient een volledig inzicht te bieden in de financiële risico’s die verbonden zijn aan de verschillende keuzes. Zo is er uiteraard de keuze eigenrisicodragen of UWV. Maar ook de combinatie eigenrisicodragen en UWV is mogelijk door bijvoorbeeld alleen eigenrisicodrager ZW te worden. Daarnaast kan de werkgevers kiezen om wel of geen verzekering aan te gaan. Dat alles levert een matrix aan (sub)mogelijkheden op die doorgerekend moeten worden aan de hand van het eigen risicoprofiel van de werkgever, de bestaande lasten en de verwachte parameters voor de publieke/private premies en verschillende scenario’s voor de omvang van toekomstige lasten.
Nadat een keuze is gemaakt is de laatste vraag, welke acties noodzakelijk zijn die daaruit voortvloeien. Dat kunnen acties zijn om te voldoen aan wettelijke verplichtingen, om het verzuim- en arbeidsongeschiktheidsrisico te beperken maar ook om financiële risico’s te beheersen. Dat laatste kan betrekking hebben op het reserveren voor toekomstige lasten of het geheel of gedeeltelijk verzekeren van het risico.
Wat past het beste bij de werkgever?
Zoals het voorgaande duidelijk zal hebben gemaakt, is de keuze eigenrisicodrager of UWV, meer dan alleen een financiële afweging. Naast inzicht in de wet- en regelgeving is het belangrijk dat de keuze past bij het profiel van de organisatie, het personeelsbeleid en het preventie-, verzuim- en re-integratiebeleid. Daarnaast moet rekening worden op de strategische, operationele en administratieve gevolgen voor de specifieke organisatie. Zo zal dat bij een kleine werkgever anders zijn dan bij een grote werkgever en zullen de overwegingen voor een bouwbedrijf ook weer anders zijn dan bij een dienstverlenend bedrijf of bij bedrijven met veel of juist weinig flexibel personeel. Ook maakt het uit of het gaat om profit of non-profitorganisatie, een relatief jong of al langer bestaand bedrijf, een stabiel of groeiend bedrijf, de aard en dynamiek van de markt, de samenstelling van het personeelsbestand etc. etc. Al met al zijn zeer veel factoren te benoemen die allemaal bedrijfsspecifiek zijn. Het uiteindelijke advies zal daarom in alle gevallen een maatwerkadvies moeten zijn dat alle keuzemogelijkheden beschrijft en neutraal en onafhankelijk waardeert.
Tot slot
De keuze tussen eigenrisicodragen en UWV is gebaseerd op complexe wet- en regelgeving. Daarom begint een goed advies altijd met uitleg, duiding en vertaling van de wet. Daardoor ontstaat inzicht in wat de keuze precies inhoudt. Deze kennis is noodzakelijk om de financiële risico’s goed te kunnen inschatten voor besluitvorming. De financiële analyse is immers een doorvertaling van de wet- en regelgeving en een weging van het eigen risicoprofiel van de werkgever en de bestaande lasten in combinatie met de verwachte parameters voor de publieke/private premie en gebaseerd op verschillende scenario’s. Op basis van de wetstechnische en de financiële analyse kan een advies gegeven worden dat het beste past bij de organisatie. Vooral dat laatste is van belang en betekent dat zeer veel aspecten moeten worden meegenomen waardoor een goed advies altijd maatwerk zal zijn.
De beste manier om uw relaties bij deze keuze te ondersteunen, is door op al deze aspecten te wijzen. Dat voorkomt dat te snel en te lichtvaardig keuzen worden gemaakt op basis van onvolledige informatie met verstrekkende gevolgen. Voor bestaande eigenrisicodragers ligt er een zekere tijdsdruk omdat dit jaar hoe dan ook een keuze moet worden gemaakt. Voor bedrijven die tot nu toe gekozen hebben voor het UWV is deze tijdsdruk minder groot. Deze bedrijven kunnen wat meer tijd nemen voor een gedegen advies maar het zou verstandig zijn om daar niet al te lang mee te wachten.
Mr. Ton Breitenfellner is jurist Sociale Zekerheid en adviseert over alle aspecten van de Sociale Zekerheid waaronder eigenrisicodrager of UWV. Voor meer informatie over dat laatste: www.juiszt.nu