Eerste tuchtklacht tegen KPMG om failliet en fraude bij Weyl verworpen
De Enschedese runderslachterij is in 2010 failliet verklaard. De directie bleek jarenlang met de boekhouding gefraudeerd te hebben, voor een bedrag van 40 veertig miljoen euro. De directeuren zijn daar ook strafrechtelijk voor veroordeeld. De curatoren willen het accountantskantoor dat jaarrekeningen goedkeurde, mede aansprakelijk stellen.
Eerder heeft de Stichting Onderzoeks Bedrijfs Informatie (SOBI) een tuchtklacht tegen de controlerend accountant ingediend. Die klacht is ingetrokken, nadat een minnelijke schikking was bereikt. Maar in oktober 2014 heeft de Accountantskamer al geoordeeld dat de klacht moet worden voortgezet en die zal dan moeten worden overgenomen door de AFM.
Intussen vonden de curatoren van Weyl dat ook de RA die zijn controlerende collega bijstond, een reprimande verdient. Diens werkzaamheden spitsten zich toe op een analyse van geuite verwijten en hij is daarmee een maand na het indienen van de tuchtklacht van Sobi begonnen.
De curatoren verwijten het accountantskantoor vooral dat ze niet zijn ingelicht over de door SOBI ingediende klacht en daardoor de crediteuren niet juist hebben kunnen informeren. De betrokken raadgever kan echter volgens de Accountantskamer niet gezien worden als opvolgend accountant, hij heeft geen werkzaamheden in het dossier van Weyl verricht en kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het niet melden van de eerder tegen diens collega ingediende klacht.
Wanneer de klacht tegen de controlerend accountant wordt behandeld is nog niet bekend.
• Procedurenummer 15/152 Wtra AK
(Door: Petra van Walraven/JPZ)