Economische groei en lange termijn welvaart, gaat dat samen?
Door Elly Stroo Cloeck RA CIA RE CISA en Prof. dr. Eddy Vaassen RA
Dit betekent dat duurzaamheid en economische vooruitgang gelijk op kunnen gaan, ‘groene’ groei, wat kan spelen op zowel macroniveau als organisatieniveau (zie o.a. Cheng et al. 2014, Weber 2008, McWilliams & Siegel 2000, Waddock & Graves 1997, McGuire et al. 1988, Cochran & Wood 1984). De tweede is het geloof dat we niet geïnteresseerd moeten zijn in economische groei maar dienen te kijken naar wat goed is voor de mensheid op de lange termijn door een minimum sociale ondergrens en een maximum ecologische bovengrens te bepalen, en te proberen zodanig te sturen dat we tussen deze twee grenzen in blijven. De laatste oplossing heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen in talloze lezingen en interviews en uiteindelijk de publicatie van het boek ‘Doughnut Economics’ van econome Kate Raworth (Raworth 2017).
Doordat dit boek op eenvoudige wijze uiteenzet wat het probleem is met onze ongebreidelde economische groeidoelstellingen maar tevens vaststelt dat de economische modellen die we tot op heden hebben gehanteerd niet voldoen, lopen de meningen over dit boek uiteen van laaiend enthousiast, want het levert een fundamenteel nieuwe kijk op de economische wetenschap (Monbiot 2017), tot niet de moeite waard om te lezen, want de bestaande economische modellen nemen naast economische doelstellingen ook duurzaamheidsdoelstellingen al in beschouwing (Bouman 2017).
De controverse die het boek oproept maakt dat het blijkbaar genoeg stof tot discussie weet op te leveren en alleen al daarom interessant is. Dit artikel zet uiteen dat het simultaan streven naar economische groei en duurzaamheid niet voldoende is en moet worden aangevuld dan wel vervangen met het zoeken naar methoden (waaronder zeker ook gedragsbeïnvloeding) om ecologische bovengrenzen en sociale ondergrenzen niet te overschrijden en daar waar in het verleden schade is toegebracht deze te repareren. Het is de uitdaging voor de financieel professional om zijn(*2) rapportages, adviezen, analyses, kritische vragen, en aansturing aan te passen aan de lessen van de donuteconomie zonder de oude economische modellen direct overboord te gooien. Daarbij dient hij, samen met het niet-financieel management, te zoeken naar synergie tussen economische doelstellingen en duurzaamheid waarbij op termijn economische groei mogelijk helemaal verdwijnt als doelstelling ten gunste van duurzame groei en herstel, lange termijn waardecreatie dus.
DE DONUTECONOMIE
De donuteconomie neemt de lange termijndoelen van de mensheid als uitgangspunt: het ideaalbeeld dat iedereen leeft in welvaart zonder schade aan de planeet toe te brengen, waardoor welzijn als vanzelf ontstaat. Duurzaamheid wordt in de metafoor van de donut gemeten langs twee dimensies, namelijk: de maximaal toelaatbare effecten op de planeet (ecologische bovengrenzen) en de minimaal noodzakelijke voorziening in de basisbehoeften van de mens (sociale ondergrenzen). Dit is geconcretiseerd in negen planetaire (milieu) processen en twaalf menselijke behoeften die in een aansprekend plaatje van een donut worden samengebracht (zie Figuur 1).
De binnenring bestaat uit de volgende twaalf behoeften van de mens met minimale waarden (in principe te bepalen per persoon) waar we niet onder mogen komen omdat anders te grote groepen individuen onder algemeen geaccepteerde bestaansminima leven:
1. Voedsel
2. Gezondheid
3. Onderwijs
4. Inkomen/werk
5. Water/sanitaire
voorzieningen
6. Energie
7. Netwerken
8. Huisvesting
9. Seksegelijkheid
10. Sociale rechtvaardigheid
11. Politieke inspraak
12. Vrede/rechtvaardigheid
De buitenring bestaat uit de volgende negen planetaire processen, met maximale waarden die we niet zouden moeten overschrijden omdat we daarmee onherstelbare schade aan de aarde toebrengen waardoor zij op termijn onleefbaar wordt:
1. Klimaatverandering
2. Verzuring oceanen
3. Chemische vervuiling
4. Stikstof en
fosforverzadiging
5. Zoetwateronttrekking
6. Grondconversie
7. Verminderde
biodiversiteit
8. Luchtvervuiling
9. Aantasting ozonlaag
Tussen de ecologische bovengrenzen en de sociale ondergrenzen bevindt zich de omgeving waarin de mensheid in welvaart en welzijn kan leven. Economen moeten volgens Raworth zich gaan richten op het ontwerpen van distributieve en regeneratieve systemen. Distributief betekent dat welvaart gelijker verdeeld is. Regeneratief betekent dat de productiefactor natuur zoveel mogelijk wordt hergebruikt en dat aangerichte schade aan de productiefactor natuur wordt hersteld. Raworth (Raworth 2017) werpt de vraag op hoe wij als samenleving dergelijke distributieve en regeneratieve systemen kunnen (helpen) ontwerpen, implementeren en onderhouden. Dit artikel voegt daar de vraag aan toe wat hierbij de rol is van de financieel professional.
ECONOMISCHE GROEI
In de jaren 50 van de vorige eeuw ontwikkelde Simon Kuznets een theorie over economische groei: de Kuznetscurve. Deze curve suggereert dat wanneer landen rijker worden (gemeten in bruto binnenlands product: bbp), de ongelijkheid eerst groter wordt, om daarna af te nemen. Daarmee gaf hij aan dat groei van het bbp altijd nastrevenswaardig is, een opvatting die door vele economen in de decennia daarna is overgenomen.
Echter, de realiteit leert dat de ongelijkheid tussen arm en rijk, niet alleen internationaal (tussen landen), maar ook nationaal (binnen landen) alleen maar groter is geworden. Raworth (Raworth 2017) vraagt zich af of economische groei op termijn daadwerkelijk ongelijkheid en armoede zal uitbannen.
Tegelijkertijd met de toename van de ongelijkheid is een te groot beroep gedaan op de productiefactor natuur en hebben we de aarde uitgeput om economische groei, gemeten in bbp, te bereiken. In de jaren 90 werd een variant op de Kuznetscurve gebruikt om de relatie te leggen tussen milieuvervuiling en economische groei (Grossman & Krüger 1991): bij een toename van het bbp stijgt deze eerst, maar daalt bij een verdere groei weer. Maar het bleek dat deze theorie slechts voor een beperkt aantal vormen van milieuvervuiling opgang deed en het overgrote deel van de milieuproblematiek niet kon verklaren. Het kwam er simpel gezegd op neer dat bij economische groei de milieuvervuiling toeneemt zonder dat na een omslagpunt deze bij voortgaande economische groei afneemt (Stern 2004).
OPLOSSINGSRICHTING
Raworth (Raworth 2017) probeert een zekere bewustwording te creëren voor het probleem dat veel van ons economisch denken sinds de jaren 30 van de vorige eeuw uitgaat van de premisse dat economische groei altijd nastrevenswaardig is en vergroting van het bbp, een korte termijn maatstaf, altijd het doel moet zijn, waar die in werkelijkheid leidt tot schadelijke sociale en milieueffecten. Statistieken over sociale ongelijkheid en uitputting van natuurlijke bronnen laten zien dat een dergelijke bewustwording noodzakelijk is (UNDP 2016). Sinds de jaren 90 zien we echter een kentering in het denken over economische groei en zijn allerlei lange termijn maatstaven ontwikkeld zoals de in 1990 geïntroduceerde Human Development Index van de Verenigde Naties, de in 2006 geïntroduceerde Happy Planet Index, de in 2012 geïntroduceerde Inclusive Wealth Index, en de in 2013 geïntroduceerde Social Progress Index.
Ook op organisatieniveau is die kentering waar te nemen waarbij bedrijven proberen duurzaamheidsdoelstellingen simultaan te realiseren aan economische doelstellingen (Eccles 2010) en daaraan alternatieve prestatiemaatstaven te koppelen. Het probleem is dus tweeledig: (1) er is nog steeds een geloof dat economische groei voor het voortbestaan van de mensheid noodzakelijk is, en (2) we onderkennen het bestaan van de sociale ondergrenzen en de ecologische bovengrenzen onvoldoende. Raworth geeft een oplossingsrichting in de vorm van de volgende zeven uitgangspunten:
1. Kies een ander doel dan die van economische groei; niet het bbp is van belang maar het welzijn van de mens. Hierbij horen andere maatstaven, die een lange termijn perspectief representeren.
2. Zie het grotere geheel; neem alle vormen van bedrijvigheid mee in de analyses, waaronder bezoldigd of onbezoldigd, gecontroleerd of gebaseerd op vertrouwen, privé versus gemeenschappelijk bezit, of verkrijgbaarheid tegen prijzen dan wel om niet (Kader: De beperkingen van de economie).
3. Maak gebruik van de kenmerken van de menselijke natuur; de menselijke natuur is rijker dan het beeld van de homo economicus; mensen zijn sociaal, met elkaar verbonden, benaderbaar, onze waarden zijn veranderlijk, en we zijn afhankelijk van onze levende planeet.
4. Begrijp de systemen; complexe systemen zoals nationale economieën
en bedrijfshuishoudingen hebben als kenmerk dat alle onderdelen elkaar beïnvloeden; beleidsmakers moeten niet de illusie hebben dat ze door aan één knopje te draaien het systeem naar hun hand kunnen zetten.
5. Ontwerp om te herverdelen; de Kuznetscurve doet geen opgang en herverdeling van inkomen en rijkdom is noodzakelijk omdat ongelijkheid allerlei schadelijke effecten heeft op de samenleving, waaronder overconsumptie, afbrokkeling democratie, verminderde peer-pressure om verantwoord met het milieu om te gaan, en armoede.
6. Creëer om te regenereren; ons huidige degeneratieve ontwerp gaat uit van nemen, maken, gebruiken, en uiteindelijk weggooien; aan de voorkant van dit proces putten we de natuurlijke bronnen uit en aan de achterkant vervuilen we de aarde met het afval; een circulaire economie is een goede eerste stap in de oplossing want ook de milieu-variant van de Kuznetscurve doet geen opgang (Kader: Een bereidheid om regeneratieve technologieën te delen).
7. Laat economische groei geen randvoorwaarde zijn; we moeten naar een situatie waarin economieën die momenteel in financieel, politiek en maatschappelijk opzicht gefundeerd zijn op het denken in economische groei, leren te functioneren zonder ook maar enig belang aan economische groei toe te kennen.
DE ROL VAN DE FINANCIEEL PROFESSIONAL
De financieel professional kan vanuit de mogelijke rollen die hij speelt in een organisatie op verschillende wijzen bijdragen aan het ontwerpen, implementeren en onderhouden van de distributieve en regeneratieve systemen die nodig zijn om boven de sociale ondergrenzen en onder de ecologische bovengrenzen te blijven waarbij hij tevens als basisuitgangspunt meeneemt dat zoveel mogelijk synergie moet worden gezocht tussen economische en duurzaamheidsdoelstellingen. Gekoppeld aan de rollen zoals onderscheiden in het NBA Visiedocument inzake de financieel professional (NBA 2017) ontstaat dan het volgende beeld.
De financieel professional in de rol van sensor is actief op zoek naar kansen en bedreigingen op het terrein van groene groei, alsmede op het terrein van sociale ondergrenzen en ecologische bovengrenzen aan groei. In de rol van analist analyseert hij de data over relevante feiten rondom economische en duurzaamheidsdoelstellingen en rapporteert de uitkomsten van die analyses aan het management. Hij vertaalt in de rol van navigator deze analyses en rapportages naar bruikbare bedrijfsadviezen. De financieel professional in de rol van poortwachter vervult bij uitstek de rol van bewaker van de sociale ondergrenzen en ecologische bovengrenzen en signaleert in een vroeg stadium individuele en ondernemingsactiviteiten die mogelijk kunnen leiden tot het overschrijden van de genoemde grenzen. Als coach zorgt hij ervoor dat de medewerkers in de financiële functie zich gedragen conform de sociale en ecologische doelstellingen van de organisatie en dat het in de rest van de organisatie volstrekt helder is dat de financiële functie niet slechts naar economische doelstellingen kijkt, maar ook naar sociale en ecologische, en dat het streven te allen tijde is om synergie tussen beide groepen doelstellingen te realiseren
Elly Stroo Cloeck RA CIA RE CISA is interim and project manager en managementboek reviewer
Prof. dr. Eddy Vaassen RA is hoogleraar Accountancy aan Tilburg University
*1) Klimaatwetten worden inmiddels in steeds meer landen aangenomen. Momenteel wordt ook in Nederland, als zevende land in de wereld een klimaatwet ingevoerd. Internationaal wordt vaker en intensiever samengewerkt om klimaatproblemen proberen op te lossen (zie bijv. UNDP 2015, 2016). Een groeiend aantal bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en consumenten onderkent dat er een serieus klimaatprobleem is dat op termijn ook onze economische groei gaat aantasten en op lange termijn ons welzijn (Tirole 2017, Burke et al. 2015).
*2) Omdat ‘professional’ een mannelijk woord is wordt in dit artikel ‘zijn’ gebruikt, waar uiteraard ook vrouwelijke financieel professionals bedoeld zijn.
Dit artikel is eerder verschenen in een speciaal themamagazine van de NBA, getiteld "Klimaat + de accountant in business". U kunt deze uitgave hier lezen.