EC akkoord met alternatieve fiscale regeling Belgische diamanthandelaars

De Europese Commissie is tot de conclusie gekomen dat de Belgische regels voor de vennootschapsbelasting die van toepassing zijn op de groothandel in diamant, in overeenstemming waren met de EU-voorschriften voor staatssteun. De bepalingen leiden niet tot een selectieve begunstiging van bepaalde ondernemingen en vormen derhalve geen staatssteun in de zin van de EU-regels.

In mei 2015 heeft België de Commissie in kennis gesteld van het voornemen om een specifieke inkomstenbelastingregeling voor diamanthandelaars in te voeren teneinde specifieke problemen te verhelpen die zich voordoen bij de toepassing van de algemene inkomstenbelastingregeling op de diamantsector. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de – intussen door de Belgische autoriteiten gewijzigde– maatregel zo is opgezet dat mogelijke selectieve voordelen voor bepaalde groothandelsondernemingen in de diamantsector tot een minimum worden beperkt.

Rechtsonzekerheid

In het algemene vennootschapsbelastingstelsel in België wordt het belastbare inkomen van de belastingplichtige in de eerste plaats bepaald door de in de boekhouding opgenomen winst. De winst van groothandelaars in ruwe en geslepen diamanten hangt grotendeels af van de inventariswaarde van de in hun boeken geregistreerde diamanten. Omdat het waarderen van diamanten bijzondere expertise vergt, is het voor de Belgische fiscus evenwel moeilijk de waarde van partijen diamant correct te beoordelen en te corrigeren via belastingcontroles. Bovendien worden diamanten op groothandelsniveau als grondstoffen ingekocht en verkocht, waardoor het nog moeilijker wordt om individuele diamanten in de boeken van de handelaars te traceren. Dat leidt vaak tot geschillen tussen diamanthandelaars en de fiscus, met rechtsonzekerheid tot gevolg.

Diamanststelsel

De nieuwe specifieke inkomstenbelastingregeling voor diamanthandelaars in België (het "diamantstelsel") beoogt dat probleem te verhelpen met een methode ter berekening van de heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting van diamanthandelaars die de fiscus er niet toe verplicht de waarde van diamanten in de boeken van de handelaars te beoordelen. In het diamantstelsel wordt de brutowinst van een handelaar berekend op basis van een vast omzetpercentage, wat ook resulteert in een vaste waarde van de aangekochte stenen en de variaties in de voorraden gedurende de boekhoudperiode (kostprijs van de verkochte goederen).

Geen staatssteun

De Commissie heeft de maatregel beoordeeld in het licht van de EU-regels voor staatssteun teneinde te verzekeren dat diamanthandelaars niet onrechtmatig worden bevoordeeld ten opzichte van andere ondernemingen die in België aan de normale inkomstenbelasting zijn onderworpen. Zij heeft ook onderzocht of de regeling bepaalde diamanthandelaars in de Belgische diamantsector bevoordeelt. De Commissie kwam tot de conclusie dat het diamantstelsel garandeert dat diamanthandelaars een billijk aandeel in de belastingen dragen en dat problemen bij de belastingcontrole in verband met het beoordelen van de voorraden worden vermeden. Naar verwachting zal de diamantsector feitelijk meer belasting betalen. Volgens de ramingen van België zal de sector waarschijnlijk ten minste 50 miljoen euro meer inkomstenbelasting per jaar afdragen, dat wil zeggen meer dan drie maal zoveel als met de normale inkomstenbelasting.

De geregelde controles en de waarborgen in het kader van het diamantstelsel zorgen bovendien voor een verdere inperking van de mogelijkheid dat diamanthandelaars door de speciale fiscale behandeling ongeoorloofde voordelen genieten. Zo voert de nieuwe regeling een minimale belastinggrondslag in van 0,55% van de omzet van de handelaar. België heeft zich ertoe verbonden de hoogte van het toepasselijke percentage van de brutowinstmarge in het kader van het diamantstelsel ten minste om de 5 jaar te herbekijken.

Op basis hiervan luidt de conclusie van de Commissie dat het diamantstelsel geen staatssteun in de zin van de EU-regels vormt.

Gerelateerde artikelen